380 op den rug gedragen door middel van een draagriem, in plaats van met een haak, schoen en riem aan het paard; in hoeverre deze be vestiging is bevallen, daaromtrent zijn de berichten uit Oostenrijk, Frankrijk en Duitschland veelal afkeurend ook mij dunkt, moet het een onaangename beweging tijdens het rijden zijn. Heeft, men zich vroeger bepaald tot een karabijn, ingericht voor enkellading, thans is een repeteerkarabijn het wapen dat de cavalerie ook met het oog op haar werkkring zeer noodig heeft. De constructie der karabijnen is over het algemeen gelijk aan die der overeenkom stige geweren afwijkingen komen natuurlijk voor vooral in 't beslag de aard van het optreden der cavalerie maakt het niet noodig om de indeeling van het vizier ver boven de 1000 M. te doen gaan. Uit het navolgende zal blijken, dat de lengte der nieuwe repeteer- karabijnen gemiddeld 1 M. bedraagt, terwijl het gewicht 3 kilo gram bedraagt. Een stootwapen is volgens velen voor de cavalerie geen vereischte; het komt alleen voor in Rusland, waar de cavaleriekarabijn vervan gen wordt door het dragondergeweer, zijnde het drielijnsgeweer (7.62 mM,), dat alleen minder lang is en een kortere bajonet heeft dan het iufanteriegeweer. De Kozakken krijgen ditzelfde geweer, doch geen bajonet. Een bajonet verhoogt slechts het gewicht, dat de man moet medevoeren en is tevens hinderlijk te paard, terwijl de uitwerking tegenover den infanterist niet van eenig belang zal zijn. De ruiters der middeleeuwen waren uitsluitend bewapend met lans en zwaard; in de 15e eeuw traden ook de boogschutters te paard op den voorgrond. (1) Toen de vuurwapenen werden ingevoerd, waren die over het algemeen te zwaar en onhandelbaar om ze met vrucht te paard te kun nen gebruiken; eerst later, na de invoering van het radslot, kwamen de met vuurwapenen voorziene ruiters meer uit. Yolgens van Pesch onderscheidde men in de 16e eeuw de navolgende ruiterij: lanciers te paard kurassiers bewapend met zwaard en 2 pistolen (0.6 M. lang) (1) De bij dit kort geschiedkundig overzioht geraadpleegde bronnen zijn in hoofd zaak het werk van den luitenant-kolonel van Pesch, de Jahresberichten enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 397