381
haakbusschutters (later karabiniers), bewapend met de korte
haakbus (1 M)
dragonders, zijnde een soort bereden infanteristen het paard diende
hier zuiver als vervoermiddel, daar zij voor het gevecht afstegen
zij waren bewapend met musketten, later met de dragondergeweren,
die alleen in onderdeelen van de infanteriegeweren afweken. (Lengte
1.35 M., kaliber 17.5 mlgewicht 5 KG.).
Prins Maurits verving de haakbus door de karabijn en maakte
de pistolen korter Het kaliber was 17.1 mM De vizierinrich
ting was zeer primitief: een vaste mik op de staartstukschroefen
een koperen vizierkorrel op den bovenhand.
Napoleon bewapende de cavalerie met de zoogenaamde Oosten-
rijksche karabijn, die hij in 18051808 uit de Oostenrijksche
tuighuizen haalde; voor een ander gedeelte was de cavalerie bewapend
met een mousqueton IX, waarmede de lichte cavalerie in Frankrijk
was bewapend.
De afmetingen voor deze mousqueton waren: lengte met bajonet
1.643 M., zonder bajonet 1.146 M., lengte loop 0.757 M., kaliber 17.1
mM., middellijn kogel 17.2 mM. Gewicht wapen met bajonet 3.737 KG.,
zonder bajonet 3.397 KG. Buskruitlading 10.29 gram. Ook diende in dien
tijd het zadel- en haif-zadelpiBtool model jaar IX, die 1.304 en 0.564
KG. zwaar waren.
In 1814 kwam het dragondergeweer voor de cavalerie te ver
vallen
In 1815 werd voor de lichte cavalerie een vuursteenkarabijn
ingevoerd en in 1825 een nieuw model daarbijgevoegd, dat alleen
in slot en beslag verschilde. Later werden zij getransformeerd in
percussiekarabijnen; de marechaussée kreeg in 1815 een karabijn
met bajonet.
In 1864 had de eerste wijziging plaats en kreeg de cavalerie een
getrokken karabijn van 16.7 mM. kaliber met afzonderlijken laadstok.
Deze getrokken wapenen hadden alle projectielen, die door middel
van den laadstok in de trekken werden gedreven (expansie).
In diezelfde jaren werd de geweertechniek op groote schaal
bezig gehouden door de vervaardiging van achterlaadwapenen van
kleiner kaliber en even goed als nu de oplossing van de vraagwelk