394
A. De juiste houding aannemen, voordat het vuur geopend is.
Zoolang het eigen vuur niet geopend is, wordt eene houding aan
genomenwelke een goed uitzicht op den vijand en het voorgelegen
terrein toelaat en zoo veel mogelijk dekking geeft. (1)
Stellen wij ons de afdeeling recruten voor op een geaccidenteerd
terreingedeelte.
De onderwijzer begint een oud soldaat A. op eenigen afstand,
b. v. 200 M., zoodanig op te stellen, dat de bewuste persoon van de
standplaats des onderwijzers, zoomede het daartusschen gelegen terrein,
in liggende houding te zien is.
Het kader bij de klasse roept nu ieder een man voor en vraagt
den voorgekomene, die de staande houding blijft behouden, of hij
A. en het voorgelegen terrein kan zien.
Op het bevestigend antwoord licht de instructeur toe:
Omdat gij den vijand en het voorgelegen terrein goed kunt zien,
is uwe houding goed."
Men late den recruut daarna knielen en herhaalt de vraag.
Nadat de recruut toestemmend geantwoord heeft, wijst men er op
dat de knielende houding beter is in dit geval dan de staande hou
ding, omdat in beide gevallen het voorgelegen terrein en de vijand
A. goed gezien kunnen worden, doch dat de recruut in knielende
houding minder kans heeft om geraakt te worden door het
vijandelijk vuur.
Eindelijk laat men den man liggen en herhaalt hetgeen bij de
knielende houding gezegd is, met dien verstande dat de liggende
houding in dit geval de juiste wordt genoemd, zijnde bij een goed
gezicht op het voorgelegen terrein en den vijand, het meeste voor
deel getrokken van het terrein.
Resumeerende wordt den recruut ingeprentin de eerste plaats
zorgen voor een goed gezicht op den vijand en het voorgelegen terrein,
in de tweede plaats zooveel mogelijk dekking zoeken.
(1) Evenals in ons opstel „Punt a. van de Voorbereidende Oefeningen" Zie I. M. T.
No. 8 1895 zullen wij het reglement gecursiveerd vooropstellen, om daarna tot de
uitwerking over te gaan.