395 Zaak is het om zich te overtuigen, dat de man u begrepen heeft. Als proef kan men den recruut b. v. een tiental passen achteruit doen gaan en hem gelasten zich in de richting van zijn eerste stand plaats te bewegen, op het commando „Halt", halt te houden en onmiddellijk die houding aan te nemen, welke aangenomen moet worden in verband met het voorgelegen terrein en den vijand. Op deze wjjze gaat het kader voort, man voor man bezadigd toe lichtende, waar de man nog weifelt, een woord van goedkeuring daar, waar de leerling toont te begrijpen. Is het onderwijs tot zoover met vrucht gegeven, dan doet de onderwijzer A. een zoodanige houding of opstelling aannemen, dat hij van uit het standpunt van den recruut slechts in kn'eleI"ie houding voldoende zichtbaar is. Opnieuw wordt de oefening herhaald5 nu meer van het oordeel van den recruut vergende. Doet men ten slotte de klasse op verschillende puöten van het terrein de oefening herhalen en het geleerde toepassen (waarbij A. vrijheid in opstelling en houding wordt gelaten), is men indachtig de afdeeling streng in het oog te houden door herhaaldelijk vragen te richten tot personen, die niet onmiddellijk onderwezen worden, dan is gedaan wat mogelijk was om de belangstelling op te wekken en levendig te doen blijven. B. Het gebruik van het terrein tot vermindering van ver liezen DOOR HET VIJANDELIJK VUUR. Hoofdzaak is steeds, dat de vijand en het voorliggend terrein in het oog gehouden worden. Nimmer mag dan ook dekking tegen het vijandelijk vuur ten koste van eigen vuur uitwerking gezocht worden en moet er voorts op worden geletdat sommige terreinvoor- iverpen wel gezichtsdekkingmaar niet altijd bescherming tegen het vuur opleveren. Door hij het onderricht een enkele maal den aangeduiden of voor- gestelden vijand met losse patronen te doen vurenzullen de recruten daardoor op hunne fouten opmerkzaam gemaaktworden aange- 8 taande

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 412