406
Het drijvervlot, dat volgens officieele gegevens geschikt is tot het
overvoeren van een sectie bergartillerie, kan, wat zijn draagvermogen
betreft, onmogelijk een geheele sectie tegelijk aan wal zetten. Hierop
werd de aandacht gevestigd en kwam men tot het resultaat, dat
per vlot slechts één stuk kon worden gedebarkeerd. Per stuk moet
toch gerekend worden op het gewicht van vuurmond en affuit, van
minstens 4 draagbare munitiekisten, benevens dat van menschen,
paarden en muildieren.
Houden wij hiermede rekening, dan vinden wij per stuk:
gewicht van den vuurmond108 KG.
affuit met lamoenberrie200
4 draagbare munitiekisten (model bepakt). 184
8 Europeanen500
5 Inlanders.275
1 paard250
5 muildieren1500
harnachementsdeelen (zadel, draagbokken,
paardentuigen en dekens)200
Totaal 3200 KG.
Nemen wij hier nu nog bij, dat per stuk medegaat de batterij
commandant, één der sectiecommandanten of der trompetters met
paard, dan zien wij dat per stuk bergartillerie gerekend moet worden
op ongeveer 4000 KG., te meer daar men er mede rekening moet
houden, dat juist bij een landing eenig reservepersoneel niet onge-
wenscht is met het oog op mogelijke verliezen, zoo de vijand een
landing tracht te beletten. Daar het normaal draagvermogen van
een drijvervlot i 4000 KG. bedraagt, is het duidelijk, dat per vlot
slechts één stuk kan worden gedebarkeerd. In verband met deze
beschouwing is dan ook bij de landing slechts een stuk per vlot
overgevoerd. Het overladen van boord op de vlotten ging, ook dank
zij de krachtige en oordeelkundige hulp van het personeel der stoom-
booten, zonder bezwaren en ook het debarkement kostte weinig
moeite, daar de zee uiterst kalm was en bij de landing in 't geheel
geen tegenstand werd ondervonden. Dien dag werd de geheele berg-
batterij aan den wal gebracht; paarden en muildieren stonden opge
zadeld en opgetuigd op de vlotten, zoodat zij bij het aan wal komen