407 dadelijk konden worden aangespannen en opgeladen. Nadat de berg- batterij was gedebarkeerd, is ook nog een sectie veldartillerie aan wal gebracht, per vlot één stuk, moetende gerekend worden op het gewicht van: Totaal 3700 Den volgenden dag is de tweede sectie veldartillerie, benevens de de 2e, 3e en 4e linie gedebarkeerd. Begunstigd door een zeer kalme zee, heeft dit debarkement ook geen moeilijkheden opgeleverd. Zoodra de troepen vasten voet aan den wal hadden en het terrein aan het strand greczende hadden verkend, werden de bivouaks uitgezocht en voor de artillerie een zeer geschikte plaats gevonden op een groot erf door een muur omgeven, waar tevens in de belendende woningen logies voor de manschappen gevonden werd. Paarden en muildieren werden vastgezet aan de trek-en paardenlijnen, die daartoe tusschen de aldaar staande boomen werden gespannen. Reeds den volgenden dag, dus 7 Juli, werd een sectie bergartillerie voor den nacht ingedeeld bij de Zuidelijke veldwacht aan het strand, daar men van dien kant een oprukken van den vijand vreesde. De sectie was wat personeel betreft op normale sterkte, de muildieren rukten evenwel in, zoodra de stukken op hun plaatsen waren ge bracht. Per stuk werden slechts twee draagbare munitiekisten mee genomen, benevens eenige kartetsen. Op 8 Juli werd een verkenning gemaakt langs den weg, die over Sekarbela naar Mataram voert. Aan de colonne was toegevoegd een sectie bergartillerie met gevechtstrein op normale sterkte, zijnde: aan personeel: 1 officier, geheel uitgeruste stuk 8 paarden (waaronder het paard van den stuks - commandant, en een paard van den batterij- commandant of één der sectiecommandanten of der trompetters) met harnachement 8 Europeanen 3 Inlanders 2000 500 150 1081 KG. F. Verrichtingen tot 25 Augustus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 424