408 3 Europeesche sergeanten, 2 Europeesche korporaals, 1 trompetter, 14 Europeesche kanonniers, 1 Inlandsch sergeant, 18 stukrijders, 1 offieierspaard, 4 rijkspaarden, en 18 muildieren, - ------ aan materieel: 2 stukken op hunne affuiten en 24 draagbare munitiekisten. Yoortaan zou ook de 2® sectie bergartillerie 's nachts op wacht trekken en wel bij de Noordelijke veldwacht aan het strand. Den llen Juli vastgesteld zijnde voor het oprukken tegen Mataram, werd de munitie der veldbatterij uit de gekoppelde voorwagens over- gepakt om, gedragen door pikolpaarden, door de batterij te kunnen worden meegenomen. Tot datzelfde doel werden ook de paarden van de batterij Coehoornmortieren gebezigd. Op 11 Juli marcheerde 's morgens om 6 uur de colonne af, die tegen Mataram zou ageeren, waarbij ook de veld- en bergbatterij waren ingedeeld. Nadat de Soengei Djankok gepasseerd en de groote weg, die in de richting West—Oost naar Mataram voert, bereikt was, ontwikkelde zich de colonne in gevechtsformatie en wel het 6e bataljon infanterie benoorden en het 7e bataljon bezuiden den weg, terwijl de veld batterij in sectiecolonne, gevolgd door de bergbatterij en trein, zich langs den grooten weg voortbewoog. Het 9e bataljon vormde de reserve. In deze formatie werd voortgerukt tot een gezantschap van den vorst de onderwerping der Baliërs kwam aanbieden, met inwilliging van alle door het Gouvernement gestelde eischen 's vorsten natuur lijke zoon Madé had zich gekrist. Thans werd de gevechtsformatie verlaten en de marschcolonne gefor meerd. Aldus is door Mataram voortgerukt tot Tjakranegara, al waar rust werd gehouden en bevelen werden gegeven omtrent het betrekken der bivouaks. Reeds hier zij medegedeeld, dat de 3e luitenant, ingedeeld bij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 425