414 bediening met een officier. De stukken werden met kartetsen geladen. De reserve-kanonniers zouden zorgen voor een geregelden aanvoer van munitie, terwijl bepaald werd de voorwagens zooveel mogelijk compleet te houden en eerst de munitie uit de draagbare munitiekisten te verbruiken, waartoe al dadelijk bij de stukken de kartetsen uit de munitiekisten werden gebracht. Gedurende den nacht werd het bivouak niet verontrust. Toen tegen het aanbreken van den dag evenwel een compagnie infanterie opgesteld was op den grooten weg, om te trachten verbinding te krijgen met het bivouak te Tjakranegara, van welks wederwaardigheden geen enkele tijding was binnengekomen, werd deze van uit Mataram zwaar beschoten, zoodat zij binnen het bivouak moest terugtrekken. Het veldstuk, tegenover de poort van Mataram in batterij gesteld, bracht met zijn vuur het vijandelijk vuur tot zwijgen, hoewel slechts voor een oogenblik. Het andere stuk was uit zijn stelling overge bracht op den grooten weg en opende eveneens zijn vuur tegen de poort van Mataram en de aangrenzende muren, die gedurende den nacht van schietgaten waren voorzien. Toen evenwel ook van uit Tjakranegara het vuur op het bivouak werd geopend, moest dit stuk terugkeeren in zijn oude stelling. Daar de stukken niet voldoende gedekt opgesteld konden worden, hadden zij het den ganschen dag zwaar te verantwoorden en moesten de bedieningsmanschappen zich zoo goed mogelijk dekken en kwamen niet bij het stuk dan om dit opnieuw te laden en af te vuren, hetgeen in geknielde houding geschiedde en door slechts zooveel manschappen als hoogst noodzakelijk waren. Aldus werd met tusschenpoozen doorgevuurd en alleen dan, wanneer het vijandelijk vuur te hevig werd. Yan directe uitwerking, behalve eenige gaten in de muren, was niets waar te nemen, wel hield het vijandelijk vuur voor een oogenblik op, maar of wij den vijand verliezen toebrachten, konden wij niet zien, daar hij van achter de muren ons bleef bestoken. Toen in den middag besloten werd het bivouak te verlaten en ons binnen den dewatempel aan den overkant van den weg voorloopig te vestigen, kregen de stukken order aan te spannen. Het stuk tegenover Tjakranegara was daartoe op den grooten weg gebracht, maar terwijl aangespannen werd, kreeg het een hevig vuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 431