32
infanterie, 1 Europeesche compagnie van het 8e bataljon infanterie, het
detachement mariniers, 1 compagnie van het bataljon barisan van
Sumanap, 2 sectiën kanons, een detachement mineurs, eene ambulance
en de opnemingsbrigade.
De colonne wordt gesteld onder de orders van den luitenant
kolonel H. P. Meijer, aan wien als stafofficieren worden toegevoegd
de le luitenants Schultz en Munniks de Jongh.
Voor deze troepen heden namiddag ten 2 uur eten, om 3 uur tamboers
appel en aantreden op de vlakte aan de N. W. zijde van het bivouak.
Door de compagnieën worden medegenomen de kookgereedschappen
en de noodige vivres, om heden nacht voor morgen ochtend te koken.
De manschappen zullen bij zieh dragen de goederen, waarmede
zij uitgerukt zijn (kapotjas en sprei) en ontvangen voor morgen op
marsch een extra ration brood.
Met deze colonne worden tevens zooveel mogelijk vivres naar
Lampagger medegenomen.
De achterblijvende troepen, bestaande uit 3 compagnieën van het
8e bataljon infanterie, 3 compagnieën van het bataljon barisan van
van Sumanap, 1 sectie kanons, de ambulance en eenige mineurs
staan onder bevel van den luitenant-kolonel Engel, die verzocht
wordt, om morgen ochtend den vijand in de kloof van Beradoean
eenige afleiding te bezorgen.
De kwartiermeester van het R. H. 3e bataljon infanterie (lui
tenant Logeman) zal bij de marcheerende colonne belast zijn met het
behoorlijk vervoer en de distributie der vivres.''
Naar aanleiding van deze order, verzamelden zich des namiddags
ten 3 ure de bovenvermelde troepen.
De sterkte dier troepen was als volgt:
Rechterhalf 3e bataljon infanterie.
1 majoor (Diepenheim),
1 luitenant-adjudant (Röpke),
4 kapiteins,
10 luitenants,
171 Europeesche en
249 Amboinee8che mindere militairen.