424
Eene opgave van de materieele verliezen door Paraguay in dien vijf
jarigen oorlog geleden, eene beoordeeling van de persoon van den tiran
en eene verklaring van de haast ongelooflijke gebeurtenissen in Paraguay,
gedurende de jaren 1865-1870, door de vroegere geschiedenis van dit
bij het begin van den oorlog nog bloeiende, bij het einde daarvan zielto
gende land, besluiten het werk, dat onmiskenbaar den schrijver op vele
plaatsen als een verdienstelijk literator doet kennen en waardeeren.
Moge hij zich nog meermalen geroepen gevoelen, weinig bekende, doch
zeer belang- en leerrijke episodes uit het leven van volken, staten en per
sonen te behandelen en aan de vergetelheid te ontrukken.
De Krijgsgeschiedenis van Neder-
landsch-Indië van 1811 tot 1894, door
G. B. Hooyergepensionneerd Luite
nant-Kolonel der Infanterie O. I.
Leger. Ist6 Deel.
BataviaG. Kolff en C° Den Haag,
de Geb. van Gleef. 1895.
De verschijning van een werk als het bovenstaande, waarin de ver
schillende krijgsbedrijven der Nederlanders in den Indischen Archipel
van 1811 tot 1894, in beknopten vorm zijn samengevat, zal voorzeker
door velen met ons met groote ingenomenheid zijn begroet. Ongetwij
feld toch bestond aan een dergelijk werk behoefte, waar zooals door
den schrijver in den aanhef zijner voorrede terecht wordt betoogd eene
bruikbare handleiding, welke het verloop van de verschillende expeditiën
en haar onderling verband duideljjk en beknopt weergeeft, tot dusverre
nog steeds werd gemist.
In dit gemis zal thans binnen kort zijn voorzien. Immers, afgaande
op den inhoud van het lste deel, waarin, onder meer, de verdediging van
Java tegen de Engelschen, de oorlogen op Java en ter Sumatra's West
kust, de krijgsverrichtingen op Celebes benevens de Balische expeditiën,
kort doch zakelijk worden behandeld, zal het geheele werk ons een
duidelijk en vertrouwbaar overzicht geven van de wijze, waarop de
grootsche en veel omvattende taak, voor het Indische leger weggelegd,
in den loop dezer eeuw door dat leger werd vervuld. Trouwens de naam
van den schrijver stond ons reeds borg, dat hij den arbeid, dien hij op
zich genomen had, op lofwaardige wijze zou volbrengen, terwijl de om
standigheid, dat hem voor het verrichten van dien arbeid inzage werd
vergund in het archief van het Departement van Oorlog te Batavia, ons
recht geeft om aan te nemen, dat de door hem vermelde feiten en
gebeurtenissen zoo getrouw mogelijk overeenkomstig de waarheid zijn
voorgesteld.