"V -A. 3R, I
Vereeniging ter beoefening der krijgswetenschap.
Lezingen 18951896.
Ten vervolge van hetgeen op blz. 81 van de lste aflevering van het
Indisch Militair Tijdschrift van dit jaar werd medegedeeld omtrent de in
het loopend jaar te honden lezingen, zij vermeld, dat in de maand April
1896 door den majoor der infanterie L. Brender a Brandis nog eene
spreekbeurt is vervuld tot onderwerp hebbende:
„Beschouwingen over het vuur van het 6.5. mM. geweer te velde; de
„paradoxe: de schietoefeningen hebben hare groote waarde verloren en de
„struisvogel-tactiek in zake de gevechtsvormen der infanterie".
Batavia, April 1896.
De hoofdcorrespondent voor N. Indië,
A. G. van Os.
Proefnemingen in liet marcheer en door studenten in de medicijnen.
Op nadrukkelijke uitnoodiging van het ministerie van oorlog hebben
onlangs in Duitschland proefmarschen plaats gehad door studenten
in de medicijnen van het instituut Frederik Willem, welke voor deze
gelegenheid de militaire uniform hadden aangetrokken en de veld-
uitrusting droegen.
Deze marschen, lang 24 tot 75 KM., onder zeer verschillende warm
tegraden uitgevoerd, hadden ten doel, zich te vergewissen van de mate
van weerstand van het mensehelijk lichaam, beladen met een gewicht
van 22 tot 31 kilogrammen, bij het doen van marschen.
In de hierover ingediende, uitgebreide rapporten komen de volgende
resultaten voor.
Bij een belasting van hoogstens 22 KG. heeft een marsch van 25 a
28 KM. bij gemiddelde temperatuur niet den minsten nadeeligen in
vloed op de gezondheid van den soldaat en onderhoudt integendeel de
spierwerking. Bij groote warmte brengt een marscb, onder overigens
dezelfde omstandigheden gedaan, verstoringen te weeg in het organisme,