434 en de versterking te bemeesteren, terwijl aan den kapitein de Man bevolen werd, met het le peloton zijner compagnie de rechterflank der vijandelijke stelling aan te vatten. De compagnie Steur verdreef daarop de Atjehers uit een drietal veldwerken, die echelonsgewijze achter elkander aangelegdin zulk een dichtbegroeid terrein lagen, dat de vijand zich weer in een der werken, waaruit hij zoo pas verdreven was, kon nestelen op het oogenblik dat onze soldaten een ander werk aanvielen. Ook het peloton de Man had weldra voeling met den vijand, die daar ter plaatse hardnekkig zijne positie verdedigde in eene vierkante, aarden redoute van 50 Meter zijde, omgeven door eene 10 Meter breede verhakking van bamboedoeri en gesloten door een stevige houten deur, die door een nauw gangetje te bereiken was. De 1® luitenant G. van Bijleveld, met den Amboineeschen fuselier van Umboh, n°. 88713 poogden te vergeefs deze deur open te stooten, waarbij de laatste, door een donderbusschot in het volle gelaat, sneuvelde. Inmiddels waren ook het 2e peloton der 2e compagnie en onder bevel van den luitenant Opperman ook het le peloton der 36 compagnie nabij de versterking gekomen, waarop, toen de luitenant Bijleveld den majoor Diepenheim om troepenversterking kwam vragen, onder den kapitein Bosch ten slotte ook het 2e peloton der 3® compagnie tegen de benting aanrukte. Eene poging, nogmaals gedaan om de deur open te rameien, misluk te weder, thans ten koste van het leven van den Europeeschen korporaal Groeneveld, n°. 67661 der 3e compagnie. Onderwijl nu onze troepen zich rondom de benting posteerden, om eiken vijand neer te schieten, die zich vertoonen zou, begonnen eenigen der onzen, waarbij de Europeesche sergeant Rond, n°. 54789 en de Europeesche korporaal Zwartjes, n°. 45162 zich danig weerden, met de meeste krachtsinspanning een pad in de bamboedoerie te maken, waarlangs eindelijk eenigen den voet der versterking bereikten en de beklimming der borstwering thans een aanvang nam. De van het Nederlandsche leger gedetacheerde le luitenant J. K. Wijmans was de eerste er boven op, de Europeesche sergeant Vorster- man van Oijen n°. 62758 de tweede en weldra was de benting genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 451