448
Eene compagnie barisan blijft achter, om later met bagage en
levensmiddelen te volgen."
Aangezien op dezen tocht eene uitgestrekte sawah moest worden
gepasseerd, tusschen twee kampongstrooken in, was het zaak, ter
dege onze flanken te beveiligen.
De majoor Jeltes beval daarom, dat in de hoofdcolonne zouden
marcheeren 4 compagniëen infanterie, nl. de le en 2e compagnie 12c
bataljon links, de le en 2e compagnie 36 bataljon rechts, daarachter
de door barisan gedekte kanons en voorts dat de 3e en 4e compagnie
12e bataljon eene linker—, en de 3e en 4e compagnie, 30 bataljon
eene rechterflankcolonne zouden formeeren op 400 passen afstand
der hoofdcolonne.
De ambulance, gedekt door de barisancompagnie Smeets, volgde
achter het midden der hoofdcolonne, de barisancompagnie van de
Pol formeerde de achterwacht.
De rechterflankcolonne, onder den kapitein Bosch marcheerde een
kwartier uurs vroeger af in de richting van den Zuidwestelijken
rand van Lam Kapang, de overigen gingen om 6i uur v. m. op
marsch.
Yeel vuur ontving geen der colonnes, tot men de smalle passage
zou hebben bereikt, die tusschen de kampongs Tjiti en Lam
Kapang ligt.
Daar werd de toestand ernstiger en werden al spoedig gewond de
militaire opzichter der 3e klasse von Hegedus, de l0 luitenant de
Jonker, de kapitein Duguiés en een paar mindere militairen.
De artillerie was inmiddels in batterij gekomen, om den rand van
Poeklat onder vuur te nemen, terwijl de rechterflankcolonne met
eene compagnie van het 3e bataljon versterkt werd en majoor Diepen-
heim zich nu ook bij die colonne voegde.
De resteerende compagnie van het 3e bataljon scheidde zich mede
van de hoofdcolonne af, om langs den kampongrand marcheerende, het
verband tusschen hoofdcolonne en rechterflankcolonne te bewaren.
Nadat de sectiën artillerie, onder den len luitenant Tindal en den
adjudant-onderofficier Ehrlich 30 granaten en 6 kartetsen verschoten