457 Het 12e bataljon infanterie verdreef evenwel spoedig de Atjehers, die eenige dooden op het terrein achterlieten en weldra waren onze troepen ook meester van Silang's missigit, die slechts zwak verde digd werd. Bij het bestormen van den missigit waren de compagniëen Heijl en Lutje vooraan en deden zich als flinke soldaten kennen de 2e luitenant H. A. L. Wichers, de Europeesche sergeant van Heeckeren van Brand- sehburg, n°. 65306, de Inlandsche sergeant Soetodrono, n°. 63243, de 2e luitenant J. Britt en de Europeesche sergeant de Jong, n°. 65577. Wij bekwamen 6 gewonden. Hadat eene flinke rust genomen was, aan de achterhoede was bevolen den missigit in de aseh te leggen en aan de te Tonga achter gebleven troepen de order was overgebracht de colonnes te volgen, toog men om 2 uur n. m. verder naar Gigchen op marsch, met de compagnie Heijl in de voorhoede. Vooraf was ons door den gids medegedeeld, dat de colonne nog een klein gedeelte moeielijk terrein zou te doorloopen hebben, doch dat wij daarna op eeD breeden goeden weg zouden aanlanden eene mededeeling, die in allen deele juist bleek te zijn. Slechts weinig door den vijand bestookt, werd kampong Tjade binnengetrokken, alwaar een paar versterkingen werden aangetroffen, verbonden door een dwars over den weg opgeworpen borstwering, waarachter met het front naar Gigchen gekeerd 2 lilla's stonden (benevens eenige vaatjes kruit en kogels) eneen achterbout van een pas geslachte karbouw ter camsumptie gereed lag. Toen de colonne daarop verder trok, vielen er nog eenmaal, ditmaal 2 zware kanonschoten uit kampong Kliëng (uit 2 ijzeren zesponders, waarvan, dit bleek later, er 1 gesprongen was) en kwam om 5 uur in den namiddag de troep in Gigchen aan, alwaar het bivouak betrokken werd. Onze troepen menig hart klopte sneller dan gewoonlijk waren, alwaar zij op het eind van den tocht wezen moesten. Het allereerste werk, wat te Gigchen te verrichten viel, was het uitzoeken van een punt, alwaar eene benting verrijzen zou. Terwijl zulks op den 27™ Februari door den overste Meijer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 474