- 459 omtrek genesteld hadden en onze corveeërs beschoten, niet slechts uit geweren, maar ook uit een paar lilla's, die de vijand in eene goed gedekte stelling ten Noorden van ons bivouak, op 8 a 900 M. daarvan verwijderd, had in batterij gebracht en welke beide stukken, de lengtezijde van ons bivouak bestrijkende, ook het transport over de lagune vrij onveilig maakten. Onze 8 cM. hadden te vergeefs getracht die lilla's te demonteereo, terwijl ons oorlogsschip de „Bandjermasin" met weinig succes de vijandelijke stelling had geënfileerd. De ons door dit vuur toegebrachte verliezenin het geheel be kwamen wij 8 gewonden, waarvan er 3 spoedig overleden leidden er eindelijk toe, om de infanterie te doen uitrukken en den vijand uit dien omtrek te verjagen. Onder bevel van majoor Jeltes rukten dientengevolge op den 28en Februari 180 man infanterie uitdes daags te voren had majoor Kretschmer het terrein in den omtrek verkend welke troep eene door den vijand tot op het laatste oogenblik verdedigde benting stormen derhand bemeesterde en ten koste van slechts 1 gewonde, aan onzen kant, den Atjehers een vrij beduidend verlies toebracht. De 2e luitenant A. A. Schutter was bij dezen stormaanval de eerste, die de vijandelijke versterking binnendrong Na deze bemeestering was het vijandelijk vuur op ons bivouak van weinig beduidenis en konden onze troepen ongestoord aan de nieuw te bouwen benting voortwerken tot den 6en Maart, toen ze ver genoeg voltooid was om te worden betrokken. Daartoe werden aangewezen, onder bevel van den kapitein Burggraef, 150 bajonetten van het 12e bataljon infanterie. Was het 8e bataljon infanterie met eene compagnie barisan reeds den 27en Februari naar Kota Radja teruggegaan, om den zwaren wachtdienst aldaar te helpen verlichten, thans op den 7™ Maart volg den onder majoor Diepenheim het 3e bataljon en eene sectie artillerie en des anderen daags de overige troepen. Als eene bijdrage, hoezeer onze korpsen geleden hadden, zij hier vermeld, dat na aftrek van de bezetting onder kapitein Burggraef, het 12e bataljon neg slechts over 9 officieren en 187 bajonetten te beschik ken had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 476