462
De springmiddelen, waarvan het gebruik gewettigd is of geweest
is in het Koninkrijk Groot-Brittannië en Ierland, zullen speciaal
aangeduid worden door den naam „Gewettigde bpringmiddelen, on
der welke uitdrukking men verstaan moet, dat de fabricatie of de
invoer van deze springmiddelen ten behoeve van het algemeen ge
bruik gewettigd is, op grond van de Engelsche wet op de spring
middelen van den 14e° Juni 1875. (1)
Het is niet onnoodig op te merken, dat deze wettiging in het geheel
geen betrekking heeft op de handels- of practische waarde van het
springmiddel. Zij beteekent alleen, dat na een voldoend onderzoek
en nadat proeven daaromtrent genomen waren, het voorgestelde spring
middel voldoende waarborgen scheen op te leveren voor de veiligheid
bij het transport, de bewaring en het gebruik.
Ik heb de ljjst der springmiddeleu in acht klassen verdeeld
I. De gewone zwarte buskruitsoorten.
II. De genitreerde kruitsoortenmet uitzondering van het gewone
zwarte buskruit.
III. Buskruitsoorten bestaande uit verbindingen van chloorzuur.
IY. Dynamiet(genitreerde samenstellingen, met nitro-glycenne
als grondslag).
Y. Pyroscyl(genitreerde samenstellingen, die geen nitro-glycenne
bevatten).
YI. Buskruitsoorten, afgeleid van pierinezuur of picrinezure zouten
YII Springmiddelen van het type Spreng el, die verkregen worden
door een zuurstofhoudend bestauddeel te mengen met een brand
baar bestanddeel (d. w. z. brandbaar op het oogenblik van
het gebruik of even te voren), terwijl de samenstellende deelen
van het mengsel op zichzelve ouontplofbaar zijn.
YIII Verschillende springmiddelen.
Ik beweer niet, in alle gevallen de grenzen der klassen nauwkeurig
aangegeven te hebben. Dikwijls vloeien zij ineen, maar ik heb in
ieder bijzonder geval de voornaamste kenmerkende eigenschappen
van het springmiddel als grondslag aangenomen.
Bij het doorlezen van de lijsten zal men zien, hoe dikwijls octrooi
(1) Explosives act 1875.