469
door de ontploffing van de stof, welke men in de gaten brengt,
niet uit elkander geslagen worden. Men vult de gaten gedeeltelijk
met gelijke gewichtshoeveelheden van verschillende springmiddelen
en doet er daarna een laagje water of fijn zand op, vervolgens
ontsteekt men de lading door middel van electriciteit of op eenige
andere wijze. De betrekkelijke kracht der verschillende spring-
middelen wordt beoordeeld naar den graad van volumevermeerdering
der verschillende gaten. Het cylindervormige gat verandert ge
woonlijk in een peervormige kamer, waarvan de inhoudsvermeerdering
gemakkelijk te bepalen is door de hoeveelheid water te meten, die
ze kan bevatten en deze hoeveelheid te vergelijken met het oor
spronkelijk volume. (1)
Deze methode is echter niet gemakkelijk toe te passen bij de
langzaam verbrandende springmiddelen, want het laagje water of
zand wordt dan uitgeworpen, vóór dat de kamer geheel gevormd is.
Ook bij krachtige, snel verbrandende springmiddelen constateert
men variaties, naar gelang van den toestand, waarin het springmidddel
verkeert. Zoo neemt men bij bevroren springgelatine eene geheel
andere uitwerking waar dan bij gewone. In het laatste geval wijst
de trechtervorm van het bovenste gedeelte van het cylindervormige
gat erop, dat een gedeelte ontplofte op het oogenblik, dat het uit
de holte geworpen werd.
Teneinde de uitwerking te beoordeelen (zoowel op horizontale
als op andere oppervlakten) van verschillende springmiddelen op
verschillende diepten ouder water geplaatst, heeft men ettelijke
soorten van pietmanometers beproefd, zooals bijvoorbeeld die (ring
vormige krachtmeter) van den Amerikaanschen generaal Abot. De
resultaten van deze proeven zijn belangwekkend en toonen aan, dat
de omringende middenstof van grooten invloed is op de uitwerking
der springmiddelen.
Hoewel men moet toegeven, dat de theorie zeer goede beginselen
aangeeft ter beoordeeling van de kracht der springmiddelen, en
hoewel zij voldoende de afwijkingen en onregelmatigheden verklaart,
(1) Volgens M. Guttmsnn zou de loodproef uitgedacht zijn door M. Frauzl en zou
zij gegrond zijn op proeven, genomen door kapitein Beckerheim, met samengeperst
papier.