37 3". Werd last gegeven, om de voor den marsch bestemde compagnie tegen 2^ uur in den morgen te laten eten, en 4°. Werd bevolen, dat na afmarscb van de compagnie Jansen, 15 minuten later eene tweede compagnie van het 3® bataljon infanterie (de 1® compagnie onder kapitein van Swieten) volgen zou. Het spreekt van zelf, dat beide compagnieën hoegenaamd geen bagage (kookketels enz.) mochten medenemen. Nachtmarsch door de kloofbezetting van den pas. In den nacht van 15 op 16 Januari, op het bevolen uur van drieën, stond de compagnie Jansen klaar. Vóór den afmarsch werd den manschappen aanbevolen de grootst mogelijke stilte in acht te nemen; geen geweer mocht worden geladen, niet worden gepraat en gerookt, geen honden worden meege nomen, terwijl een ieder op het hart werd gedrukt, dat snelheid in den marsch, gepaard met de grootste stilte, de meeste kans tot welslagen geven zou. Vóórop een onderofficier met twee soldaten, daarna de gids, vervol gens overste Meijer en controleur Tadema, kwamen daarna kapitein Jansen met zijn luitenants en minderen, allen op één gelid achter elkander marcheerende, successievelijk op het smalle bergpad. Een anderen marschvorm liet het terrein niet toe. Voorgelicht door vrij helderen maneschijn, was het te volgen pad tamelijk goed te overzien, dat van des te grooter belang was, nu aanvankelijk het pad de bedding van een beek bleek te zijn, waarin tamelijk groote steenen lagen. Ka ruim een kwartier uurs langs en door het beekje te hebben gemarcheerd, kwam de troep eensklaps voor eene zware verhakking, waarachter, zooals later bleek, eene borstwering lag. Deze terrein hindernis was op een zeer moeielijk gedeelte van den weg aange bracht, juist waar eene zeer steile hoogte aanwezig wasde vuurlijn der borstwering stond loodrecht op de richting van het pad. Aan opruiming dier zware verhakking viel niet te denken; door intusschen elkander te helpen, gelukte het, ten koste van eenig tijdverlies, de hindernis om te trekken en langs de borstwering, die gelukkig onbezet was, wederom op het bergpad terug te komen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 48