495 2° dat het noodzaak is goed te richten, en het verboden is te vu ren, wanneer het geweer niet gericht kan worden. 3° dat hij niet vuren mag, dan op commando of aanwijzing. Alleen wanneer hij den vijand plotseling ziet en dus waarschuwen moet, of wel tot lijfsweer moet overgaan, is schieten geoorloofd. Streng wordt op de nakoming dezer regelen gelet. I. Het vuren door enkele schutters. De onderwijzer zorgt er voor, dat in het gelid het vizier gesteld en het doel in het oog genomen wordt. a. De groep is in stelling. De onderwijzer waarschuwt A. om schoten af te geven, geeft daarbij het vizier en het doel aan. A. stelt het vizier, neemt het doel in het oog en geeft het aantal schoten af. b De groep marcheert in de richting van den vijand. Na de waarschuwing van den onderwijzer stelt de recruut het vi zier in het gelid en neemt daar het doel in het oog, loopt vervolgens vlug buiten de groep naar 's vijands zijde en vuurt het bevolen aantal patronen af, om zich daarna weer in de groep op zijne plaats te stellen. c. De groep marcheert in tegenovergestelde richting. Als boven. De recruut treedt uit het gelid en laat de groep doormarcheeren. Na het afgeven van het bepaald aantal schoten, herneemt hij met den looppas zijue plaats. d. De groep marcheert uit de flank Als bij sub. c. Marcheert de groep b.v. over een galangan, zoodat de man zjjne plaats niet hernemen kan, dan sluit hij voorloopig achter de groep aan. II. Het salvovuur in verspreide orde. In herinnering wordt gebracht: 1° dat de houding de knielende is en zonder commando wordt aangenomen en verlaten. Moet eene andere houding worden aangenomen, dan geschiedt dat op last van den Gr. Ct. 2° altijd zoig dragen, dat het geweer geladen is. a. De instructeur geeft eene korte uitlegging van de uitvoering van het salvovuur in de verspreide orde en deelt dus mede, dat op het commando:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 512