506
In de bestuursvergaderingen van 11 Augustus en 31 October 1895
werden de volgende beslissingen genomen
A. Yermits in de algemeene vergadering op 29 April 1895 werd aan
genomen (zie het verslag over dat jaar) dat het bestuur voor officieren,
die na intreding van hun 30e levensjaar zich als lid aanmelden, zal
bepalen of en zoo ja met welk percent de gewone uitkeeringssom zal
worden verminderd, werden de volgende regelingen getroffen
1°. Voor officieren, die tijdens de oprichting der vereeniging reeds
officier waren:
wordt het bedrag berekend, dat de betrokkenen in eene levensverze
kering maatschappij zouden betaald hebben voor eene levenslange verze
kering van f 1000.van af den datum der oprichting van de vereeniging
tot op den datum van aanmelding als lid. Het kortingspercentage op
de eventueel uit te keeren, bij artikel 20 van het reglement bedoelde
som nu wordt aangenomen te bedragen 1/l0 gedeelte van het bedrag, dat
in die levensverzekering betaald zou zijn.
2°. Voor officieren die tijdens het oprichten der vereeniging nog geen
officier waren:
wordt instede van het tijdstip van de oprichting der vereeniging de
datum van benoeming tot officier als uitgangspunt gekozen.
Yoor deze berekeningen wordt als basis genomen het in 1888 vastge
stelde (nieuwe) tarief der Nederlandsch-Indische Levensverzekering en
Lijfrente Maatschappij te Batavia.
De sub. 1 en 2 genoemde officieren worden in een afzonderlijk register
geboekt, waaruit tevens de berekeningen der kortingspercentages blijken.
Bij de afsluiting van dit verslag komen in bedoeld register 11 leden voor.
Het bestuur bepaalde voorts dat voor 2 officieren, die eerst na hun 30e
levensjaar officier werden, doch zich onmiddellijk na hunne benoeming
als lid aanmeldden, geene korting zou worden berekend.
B. Dat de contributie van in Indië wonende gepensionneerde leden
per postquitantie zal worden geïnd, te beginnen met de contributie
No. 117 en 118.
Pogingen door het bestuur aangewend om tot herverzekering te komen
bij de Nederlandsch-Indische Levensverzekering en Lijfrente Maatschappij,
ten einde daardoor de uitbetaling bij overlijden van de maximum uit
keeringssom, ook voor de toekomst blijvend te verzekeren, mochten niet
slagen. De voorwaarden, waaronder die maatschappij tot herverzekering
wilde overgaan, schenen het bestuur niet aannemelijk toe.
Yoorts werd overwogen of zou zijn terug te keeren tot eene contribu
tieheffing naar den leeftijd der leden. Hoofdzakelijk administratieve bezwa
ren, waaraan weder hoogere kosten zouden verbonden zijn, deden daar
van echter afzien.