507 Daarop werd in de bestuursvergadering van 10 Januari 1896 besloten tot het doen van voorstellen, strekkende tot handhaving van de contri butieregeling naar de rangen, doch tot het brengen van eenige veran dering in de bedragen door de verschillende rangen te betalen, met dien verstande, dat de luitenants minder, doch de hoofd- en opperofficie- ren meer zullen betalen (zie voorts het verslag van de algeraeene ver gadering op 27 April hiervoren). Gedurende het verslagjaar hadden de volgende mutatiën in het bestuur plaats. Het beschermheerschap onzer vereeniging werd aangeboden aan den luitenant-generaal J. A. Vetter en door Zijne Excellentie aanvaard. Door vertrek naar Nederland trad als commissaris af de Heer G. J. van Kooten. Het bestuur bestaat thans uit de heeren H. D. H. Bosboom, president en J. P. Breijer, T. Rinses, P. O. Hering en C. Lankhout, commissarissen. De secretaris-penningmeester, de heer K. Musch, werd, tengevolge van vertrek naar elders, vervangen door den heer T. J. A. Molenaar. Als correspondent in Nederland trad op de heer K. J. Thomas te 's Gravenhage, in vervanging van den heer H. C. J. T. Smeets aldaar, die wegens gezondheidsredenen ontslag had gevraagd. Als eventueel ver vanger van den heer Thomas is aangewezen de heer L. J. A. Verbrugge. Voor de vele diensten, die de heeren Smeets en Musch aan onze ver eeniging bewezen hebben, werd hun bij schrijven van het bestuur war men dank en erkentelijkheid betuigd. De commissie van toezicht te 's Gravenhage bestaat thans uit de heeren J. L. Koster en J. H. de Sauvage. Voor de gestadige behartiging der belangen van onze vereeniging door heeren correspondenten, kwartiermeesters en administrateurs van garni zoenen enz., betuigt het bestuur mits deze zijn welgemeenden dank. Batavia, den 12en April 1896. Namens het bestuur Bosboom, President. Molenaar, Secretaris-penn ing meester. Bijlage II. Officiersvereeniging tot onderlinge ondersteuning van nagelaten betrekkingen De commissie belast geweest met de verificatie van het over het jaar 1893 gevoerd heheer van bovenvermeld fonds heeft de eer bij deze mede

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 524