44 belangrijke massa water heeft af te voeren, is dan ook de passage van den bergpas uiterst moeielijk, zoo niet onmogelijk. De weg, na, gelijk boven gezegd is, de bedding der beek over een afstand van meer dan eene paal gevolgd te hebben, doorsnijdt haar nog eenmaal 300 M. meer Zuidwaarts en leidt dan over en langs den zeer steilen, Oostelijken sleufwand (op eene plaats rotsachtig, bijna loodrecht) naar de vlakte. Op dit op den linkeroever der beek gelegen gedeelte daalt de weg eerst onder eene flauwe helling, klimt dan weder over eene lengte van 60 M. (hier lagen de vijandelijke versterkingen), daalt vervolgens weder en gaat ten slotte onder de steile helling van 16° in de vlakte over, alwaar hij, aan den voet van het gebergte, nog eenmaal de vaak genoemde beek passeert. Als bijzonder ongunstig is aan te merken het gedeelte van den weg, dat langs de vorenvermelde rotspartij leidt. Hij is hier, aan den Oostkant door den steilen rotswand begrensd, zeer smal, soms niet breeder dan 3 dM. en aan den Westkant, waar het terrein zeer steil naar de beek afloopt op vele plaatsen afgebrokkeld, zoodat zelfs voetgangers de grootste omzichtigheid dienen in acht te nemen, om niet van de been te geraken. De bedding der beek te volgen, die nagenoeg evenwijdig van en op korten afstand van dit gedeelte van den weg loopt, wordt onmo- geljjk gemaakt door de vele daarin voorkomende trappen (water vallen). Wenden wij ons thans weder naar de troepen, die in den morgen van den 17on Januari onder de wapenen kwamen, om het gevecht met den vijand aan te binden. Nadat de nacht in het bivouak op den berpas was doorgebracht, zonder door den vijand verontrust te zijn geworden, werd 's generaals bevel ontvangen, om den marsch zoo spoedig doenlijk voort te zetten, ten einde nog dienzelfden dag het doel van den tocht zoo mogelijk te bereiken. De verkenning, den vorigen dag naar de Zuidwaarts van het bivouak stroomende beek verricht, waarbjj waargenomen was, dat op dichten afstand hout gehakt werd, had tot de overtuiging geleid, dat de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 55