47 kennenderwijs zeer langzaam voorwaarts te gaan en eindelijk stelling te nemen. De voorwaartsche beweging zou dan hernomen worden, als de andere achteraankomende troepen behoorlijk waren opgesloten. Aan de meest zijwaarts geschoven sectie der omtrekkende compagnie van Swieten was het intusschen gelukt, twee Atjehers, met de wapens in de hand, gevangen te nemen, die onmiddellijk na hun eerste verhoor voor den generaal, gevankelijk naar den kraton werden gebracht. De eerste tegenstand des vijands op 17 Januari had ons dus geen verlies gekost. Wel was de luitenant Godin geblesseerd geworden, doch hij bleef, op zijn dringend verzoek, dien dag en dien van 18 Januari nog buiten de ambulance. Kon de weinige uitwerking van 's vijands vuur op een deel der compagnie Jansen best verklaard worden door de goede gedekte stelling van den troep, louter blind geluk was het, dat ook van de beide sectiën der compagnie van Swieten, die den omgetrokken heuvel waren afgegaan, niemand gesneuveld of gewond was geworden. In de nabijheid van overste Meijer en zijne adjudanten Schuitzen Munniks de Jongh, die op de helling van den heuvel waren blijven staan, vielen althans heel wat kogels. Omstreeks 1(D/g uur v.m. was intusschen de gansche colonne den waterval gepasseerd en werd de marsch alsnu weder voortgezet, door de artillerie met uit elkaar genomen stukken. De indeeling der troepen was thans als volgt 4e compagnie, 3® bataljon kapitein Jansen. 1® peloton l6 compagnie, 1® luitenant Simmermacher. 3e bataljon. Het 2e peloton was op den Westelijken heuvel gedetacheerd en sloot eerst later aan. 1 sectie artillerie, dekking detachement mariniers. 2e compagnie, 3e bataljon kapitein de Man. 4® id. 8® id. id. Kievits. 1 sectie artillerie, dekking detachement mariniers, koelies, bagage. 4® compagnie barisan kapitein Schmulling.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 58