56
kunnen, dunkt mij, ook bij het nieuwe voorschrift behouden blijven.
In de 4e afdeeling, de schietoefeningen, kunnen de algemeene bepa
lingen behouden blijven, de oefeningen zelf zullen, in verband met de
grootere dracht en de veranderde vizierverdeeling, geheel omgewerkt
moeten werden.
De dienstregeling op de baan en het prijsschieten (op grooteren
afstand) blijven onveranderd.
Van de schietregels in de 5e afdeeling zal ons iets meer gegeven
moeten worden, dan nu het geval isvooral nu sinds het vorige jaar
ook het salvovuur en het gevechtsschieten onder de schietoefeningen
der cavalerie zijn opgenomen.
Men heeft zich in het tegenwoordige reglement wel wat al te
eenvoudig van die oefeningen afgemaakt.
Op den voorgrond alweer stellende, dat ik het aantal schietdagen
voor deze oefeningen beschikbaar gesteld, ruim voldoende vind, dring
ik er niet op aan om ze meer, doch wel beter, veel beter dan thans te
beoefenen. Doch hiervan draagt voornamelijk ons reglement door te
grooten eenvoud de schuld. De cavalerie-offieier, die gezamenlijke
schietoefeningen leidt, dient nu steeds naar het infanterievoorschrift
met aanhangsel te grijpen, wil hij zulks behoorlijk doen.
In model L. A5 van ons schietvoorschrift geeft men een voorbeeld
van vuren op diepe doelen (2 schijven achter elkaar geplaatst). Men
wenscht dus dat het vuren op dergelijke doelen ook zal plaats
hebben.
Zonder nu verder eenige aanwijzing te geven, maakt men zich er
eenvoudig af met 168: „De eskadronscommandant regelt de plaat
sing der schijven."
Voor schijven op één lijn zal dat wel gaan, doch wil hij nu eens een
diep doel voorstellen, dan is hij genoodzaakt links en rechts gegevens
bij elkaar te snuffelen om zijne schijven behoorlijk te laten zetten; wil
hij niet tot eene uitkomst van (100 x) °/0 treflers geraken, want
tabellen van vluchthoogten enz. van de karabijn ontbreken geheel
in het voorschrift.
De uitvoering van 172, nl. dat na afloop van het vuur, in tegen
woordigheid der deelnemers, de treffers worden opgenomen en bespro
ken.heeft dus voor een eskadronscommandant meer voeten in de