57 aarde dao de eenvoudige lezing wel doet vermoeden, want ons kader, laat staan de manschappen, heeft natuurlijk niet het geringste begrip van trefkans en vuuruitwerking. De eskadronscommandant vindt nu wel in de jaargangen'92 en'93 van het Militair Tijdschrift in de opstellen van den overste Rink en van den majoor Yeeren een genoegzame leidraad, maar daar het schieten bij de cavalerie niet tot die hoogte behoeft te worden opgevoerd als bij de infanterie, zou een beknopt uittreksel met een schootstafel van onze karabijn ons schiet voorschrift, zeer ten gerieve der cavalerie-officieren, in waarde doen toenemen. In den regel bepalen zich thans de gezamenlijke schietoefeningen slechts tot doelen op één lijn geplaatst, waarbij dus tekst en uitleg al zeer gemakkelijk zijn (al worden ze in den regel vergeten), maar waarbij de werkelijkheid aan de eenvoudigheid wordt opgeofferd. Nogmaals, men oefene niet meerdoch beter, c en d. De pelotons- en eskadronsschool te paard. De hoofdstuk ken daarin, welke over het gevecht te voet handelen, hebben in verband met hetgeen ik over beter oefenen zeide, zeer zeker eene algeheele verandering noodig. Mijn voorschriften, geldig in 1895, vertellen mij nog hetzelfde als die van 1883 en misschien nog wel van veel vroeger. Mijn groote bedenking tegen deze hoofdstukken is, dat men van het begin tot het eind, door een reeks van tactische fraaiigheden, min of meer uit de oude doos, wordt geleid, welke zonder iets positiefs op te leveren, den lezer tot de conclusie doen komen, dat eene aanval lende cavalerie-afdeeling te voet „door terrein en omstandigheden met sprongen voorwaarts naar het doel wordt geleid". Alles wordt geheel overgelaten aan het initiatief der aanvoerders De officieren hebben zich door hunne opleiding voldoende bekend heid verschaft met den loop van een normaal aanvallend gevecht; met ons kader is dat wat anders, zelfs niet de verplichting, b.v. van groepscommandant in het vuur is aangegeven (ja, toch éénvzij geven de richting aan bij het voorwaarts gaan!") Blijkbaar wordt dus hier wel wat al te veel van het initiatief van het kader gevergd. Het natuurlijk gevolg tevens is, dat elk eskadronscommandant het gevecht te voet volgens eigen beginselen voert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 68