58 In het nu volgende zal ik een kort begrip geven hoe het gevecht te voet in ons reglement behandeld wordt. 1. Op het commando „verspreiden" verspreiden de manschappen zich in den looppas. Hierbij wordt in het midden gelaten of dat verspreiden voorwaarts of op de plaats geschiedt, terwijl dit com mando bovendien de verrassing oplevert, dat „de looppas", welke in geen enkel cavalerie-reglement onderwezen wordt, hierbij plotseling opduikt. 2. De ondersteuningstroep volgt volgens den aard van het terrein en van de omstandigheden (dit laatste met veel omhaal verteld). Afstanden en de daarbij passende formatie's worden aan den lezer overgelaten, onder verwijzing naar bedoeld terrein en omstandigheden, r 3. De eskadronscommandant bestuurt de linie met een signaal fluitje, zijnde dit een geconcentreerd begrip van de verplichtingen van den cavalerie-officier vuurleider in het gevecht. 4. Bij open terrein zal men sprongsgewijze terrein zien te winnen, werkelijk fraai gezegd, maar waarbij het alweer aan meergemelden lezer wordt overgelaten, naar mate hij meer of minder zwaarlijvig of kortademig is, deze sprongen kleiner of grooter te maken, zijnde er niets omtrent de grootte der sprongen opgegeven. 5. Ten slotte spreekt men van het „aanvallen" van 's vijands flanken, maar men vergeet ons een voorstelling van dien „aanval" te geven, n.l. hoe deze voorbereid en uitgevoerd wordt. Hoe na dien aanval te handelen, hetzij deze gelukt is of niet, daarover wordt door den samensteller van dit hoofdstuk nog altijd nagedachttenminste in het reglement is het niet opgenomen. Kortom, ik geloof wel, dat ons exercitiereglement er niets bg verliezen zal, wanneer het met dit hoofdstuk verminderd wordt en er een ander voor in de plaats komt. Ik herhaal het nog eens, schieten en gevecht te voet is bijzaak voor den cavalerist, doch wil men hem daarin oefenen, dan dient dit toch zeker op een goede en beknopte wijze gedaan te worden, waarbij hem geleerd wordt, hoe van zijn wapen gebruik te maken in het terrein en hoe zich zelf het beste te beschermen tegen 's vijands vuur, zonder aan het eigen vuur afbreuk te doen. Men geve ons dus in het reglement een kort, duidelijk begrip

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 69