DE MILITAIRE GENEESKUNDIGE DIENST TIJDENS
DEN 70 DAAGSCHEN TOCHT VAN
GENERAAL PEL.
Uitteraard komen in de militaire litteratuur meer opstellen voor,
die over eenige krijgsoperatie van combattanten handelen, dan
die eenige mededeeling behelzen betreffende de verpleging van
den troep.
De superlatief van het actieve de gevechtsmomenten trekken
van zelf in de beschrijviug van krijgshistorische feiten het sterkst
aan, terwijl aan de vaak even gewichtige diensten der hulpwapens
niet altijd voldoende gedacht wordt en deze niet immer genoegzaam
gewaardeerd worden.
Deze waarheid kwam ons dezer dagen voor de zooveelste maal voor
den geest, toen wij van nabij kennis maakten met hetgeen door den
geneeskundigen dienst van ons leger tijdens den zegevierenden, zeventig-
daagschen tocht van Generaal Pel te Atjeh is verricht geworden.
Die verrichtingen in hare soort toch dwingen al evenzeer onzen
eerbied af, als zulks het geval vaak is bij het lezen van wat in datzelfde
tijdperk de combattanten hebben gedaan.
De erkenning er van, door hooger hand, is trouwens niet achter
wege gebleven, aangezien van de drie officieren van gezondheid der
drie colonnes, die op den 26en December 1875 de aanvallende
beweging tegen Mibouw-Gitjiel begonnen, twee de Militaire Willemsorde
verwierven en de derde de kroon voor eervol vermelden bekwam.
Wij willen de hier bedoelde verrichtingen in dit opstel ten deele
nader doen leeren kennen.
Behalve toch, dat zij ons zullen onderrichten in veel van hetgeen te
velde al zoo van een ambulancepersoneel gevergd wordt, leeren zij,
meer dan de rapporten der eigenlij ke krijgsverrichtingen, ons kennen
den toestand van personeel en materieel; van het personeel de