68 Ik verbond er ook den colonnecommandant, den majoor Mekern, die een schot in de leverstreek kreeg en zijnen adjudant, den len luitenant Ernste, wiens schedel door een kogel verbrijzeld werd en tengevolge waarvan hij ook spoedig overleed. De meeste verwondingen, al dadelijk op dien eersten dag, waren vrij ernstigom 9 uur des morgens had ik reeds 22 gekwetsten, waaronder 2 officieren. De kapitein van Vleuten nam na de verwonding van majoor Me kern (er waren 2 majoors Mekern te velde) het commando der colonne op zich en bleven wij het verder gedeelte van dien dag rustig in den schaduwrijken kampong, voorzien van goed drinkwater, vertoeven. Bij het vallen van den avond werd aan den Zuidelijken kampong- rand het bivouak betrokken op een oud suikerrietveld. Dien dag werd niet gefourageerd en eerst den volgenden morgen gelukte het mij door mijne persoonlijke tusschenkomst, eten voor de dwangarbeiders machtig te worden. Den 27en December rukte de colonne op Ketapang-Doea aan. Bivouak vrij goed, water uit de Koerong-Daroe zeer goed om te drinken, tevens gelegenheid tot baden. De Europeesche fuselier Derthé schot door den linkerschouder, boven het sleutelbeen. Te Ketapang-Doea 2 dagen verbleven, ruime aanvoer van vivres, toch moest ik van daar reeds kapitein Harbord en een 10 tal min deren wegens ziekte evacueeren. Den 29en December aanval op Djempit, weldra luitenant Verhof stad licht gewond aan den voorarm, later luitenant Aeilkema, schot door de dij, zonder kwetsing van het been en voorts 3 minderen, geen vau allen zwaar. Het bivouak in den kampong betrokkendes namiddags de kapitein der genie van Haeften en 6 zieke minderen naar den kraton. Gezondheidstoestand tot nog toe zeer goed, waartoe veel bijdraagt het schoone weer. Den volgenden morgen de vereenigde colonnes, onder bevel van overste Engel, naar Lam-Hassan, dat na hevigen tegenstand genomen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 83