71 1 Februari naar de colonne terug, alwaar ook in den afgeloopen nacht 1 cholerageval zich heeft -voorgedaan met doodelijken afloop. 2 Februari uitgerukt en Lamkoenjit bezet. 3 militairen, die zich van het bivouak te ver naar buiten wagen, worden overvallen, de fuselier Swiep door klewanghouwen afgemaakt, de Amboineesche fuselier Joelis één, Mingo vier klewanghouwen. 3 Februari opgerukt naar Biloel. Een fuselier, die mijne ambu lance dekt, sneuvelt, schot door het hart, voorts sergeant der artillerie Abbenbroek doodelijk schot door de borst. Later nog 8 licht gewonden. 4 Februari opgerukt naar Lam-Sajoen. 5 en 6 Februari idem in de richting Pager-Ajer. Onze colonne krijgt 6 licht gewonden. 7 Februari in Kota-Radja terug. Het personeel bij mijne ambulance bestond uit den ziekenvader Herngreen, den hospitaalbediende Ferron, de oppassers Furst, Creyns, Scheer en Harmsen en de handlangers Sokromo en Soerosmito. Over hen allen kan ik een gunstig rapport uitbrengen, allen deden hun plicht in alle omstandigheden, zoowel onder het vijandelijk vuur, als in het bivouak. Het kader, nl. de sergeant Herngreen en de korpo raal Ferron, ging hen goed voor en gaf steeds het voorbeeld, doch bovenal is de eerste te roemen wegens zijn ijver en dienstvaardigheid. Bij het verbinden onder het vijandelijk vuur was hij steeds de eerste en steeds op de plaats, waar hulp Doodig was. Yan den eersten dag af aan, toen hij mij bij Aroe volgde en de gekwetsten onder het vijandelijk vuur verbond en bij mij liet brengen, tot aan de laatste belangrijke gevechten bij Lam-Bait en Pager-Ajer was hij steeds de eerste, om de gekwetsten ter hulp te snellen. In de bergkloof van Djempit droeg hij (1) met den hospitaal- bediende Ferron en later met den ziekenoppasser Bechlinger zelf den doodelijk gewonden fuselier van Leuven over het moeielijk begaanbare bergpad, eene taak, waaronder twee dwangarbeiders bijna bezweken. De middelen van vervoer bij de ambulance waren in den laatsten tijd door het toenemend aantal zieke militairen en het steeds afnemend cijfer der dwangarbeiders en koelies zeer gebrekkig. (1) Werd eervol vermeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 86