79 Verder zijn uit dat serviesfonds eenige keukenbenoodigdheden, bene vens een viertal flinke lampen bekostigd, terwijl ultimo 1895 het fonds sluit met een voordeelig saldo van f 20. Het materiaal houdt zich goed. Strevende naar veranderingen of verbeteringen, stuit men echter dikwerf op onverwachte factoren, die meer of minder ongunstig werken op het beoogde doel. Zoo ook hier. "Wordt geschaft uit eetblikken, dan zoekt elk man met zijn blik in de hand een goed heenkomen. Sommigen vereenigen zich aan de tafels, anderen zetten zich neder op hun bedkoets, de punt van een geweerrak of i. d. Orde en gezelligheid worden hierdoor niet begunstigd Wordt de spijs opgebracht in gamellen en van borden gegetendan is het, juist ter verkrijging van die orde en gezelligheid, wenschelij k dat allen zich te gelijk aan de tafels vereenigen. Doch hier zit de moeielijkheid. Volgens tarief 48 heeft de compagnie recht op zoo en zooveel tafels en banken en dit aantal is te gering, om allen te gelijk een zitplaats te verschaffen, iets wat toch wensehelijk is. Men zou dus dat aantal moeten vermeerderen, om in deze verbetering te verkrijgen. Padang-Pandjang, November 1895. M. Het bezoeken der keukens door den kapitein van de week. Het bezoeken der keukens door den kapitein der week is nog een oud overblijfsel van den Nederlandschen Inwendigen dienst. Daar heeft het recht van bestaan, omdat er per bataljon menage wordt gevoerd; hier in Indië daar entegen is het geheel overbodig en bovendien in strijd met het bepaalde bij art. 45 2e alinea, „doch niet betreffende dien der compagnieën in het bijzonder." Aangezien hier in Indië compagniesgewijze menage wordt gevoerd, mogen wij dus aannemen, dat alles wat de menage aangaat, de compagnie „in het bijzonder betreft" en is de compagniescommandant dan ook de verantwoordelijke persoon. Aan hem, bijgestaan door den luitenant der week, kan het gerust worden overgelaten zijn eigen keuken in orde te houden. Welke waarde heeft bovendien het bezoek van den kapitein der week Over het eten heeft hij niets te zeggen, is het slecht, dan kan hij er toch ook niets aan doen, en om een en ander te weten te komen, is er nog een andere weg. Blijft nog over de zindelijkheid ook dit heeft niet veel om het lijf, want is zijn eigen keuken niet in orde, dan zal hij dat zeker niet op het politierapport vermelden. Is hij de jongste kapitein, dan maakt hij al beleefdheidshalve geen rapport van een ouderen kapitein; bovendien zoude dit ook geheel in strijd zijn met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 94