81 kunnen laten neemen met het vrijwillig recruteeren van dezelven; zoo ia goedgevonden en verstaan den Ambonsch gouverneur te qualitieeereu tot het aanwerven van drie compagnien Amboineezen, ieder van 200 man, en voor zo verre de aanwerving niet zal kunnen geschieden van inlandsche christenen, daartoe Cerammers en Alphouren van Ternaten te employeeren, onder bepaling der gages en randsoenen voor de onderofficieren en ge- meenen gelijkstandig met die der inlandsche Christencompagnie alhier; voorts dezelve te engageeren voor den tijd van 5 jaaren, gereekend van den dag van hun vertrek van daar, onder toezegging van een compleete, vrije monteering bij aankomst alhier en onder afgave van een handgeld van twee maanden gage; en eindelijk den sergeant, Jakobus Goedvriend, en corporaal Esserin Nalaliesa, te bevorderen tot vaandrigs op een tracte- ment van rijksdaalders 20 ter maand, ten einde naar derwaarts over te gaan om tot de recruteering geëmploijeerd te worden, en als een douceur voor het doen der reize aan dezelve te laaten afgeeven rijksdaalders 50 zilver geld en verder den gouverneur aldaar aan te schrijven het noodige getal onderofficieren bij de gemelde manschappen aan te stellen en voorts van Amboina daarmede te laten overgaan zo veele Europeesche officieren uit het guarnisoen aldaar, als tot het overbrengen en houden van een goede discipline op de reize zullen vereijscht worden, en om bij preferentie het gerequireerde getal manschappen uit het Amboineesche guarnisoen te voldoen, en mitsdien hetzelve door een gelijk getal recru- ten te suppleeren. Vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap. Lezingen 18951896. October 1895. M. C. van der Hoog, le luitenant der artillerie: Beschouwingen omtrent de organisatie der Nederlandsche artillerie, in verband met eene gcheele afscheiding tusschen het bereden en het niet bereden gedeelte van het wapen. November 1895. R. H. Eyssonius de Waal, oud-majoor der schutterij De schutterij. December 1895. F. J. Hinrichs, gepensionneerd kolonel-intendant: Allerlei, betrekking hebbende op de verpleging van troepen enz. in Nederland. W. F. Pop, kapitein-adjudant der artillerie: De taak van Nêerland's weerkracht, als grondslag voor hare vorming. 6 Januari 1896. Dl. I, 1896.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 96