84 Hij stelt voor te beginnen met de oefening van eene afdeeling van tusschen de 2 a 3000 man, die den naam Toe-tsiang Tschun (het door eigen kracht sterke leger) zal dragen. Tot commandant van het geheele korps is de Duitsche majoor v. Ritzenstein benoemd; de plaatsen der bataljons- en compagniescommandanten zullen door vreemde officieren wor den ingenomen, terwijl voor de verdere officiersplaatsen Chineesche officieren, die nog vrij zijn van de in het Chineesche leger heerschende misbruiken, zullen toegevoegd worden. Het korps bestaat uit 8 bat. van 250 man, het bat. uit 3 comp., 2 esk. cavalerie van 180 paarden, het eskadron uit 3 comp., 2 bat. pioniers van 160 man en 2 bat. artillerie, het bat. uit 4 comp.; de tot elk bataljon behoorende militaire geneesheeren zullen later aangesteld worden. Yoor de infanterie en cavalerie worden menschen Noord van Yangtsu, en voor de artillerie en de pioniers menschen die Zuid van Yangtsu wonen, genomen, omdat eerstgenoemden zich meer door lichaamskracht, laatstgenoemden daarentegen zich meer door verstand onderscheiden. Een recruut ontvangt verpleging, kleeding en maandelijks 5 dollars. De inkomsten van de vreemde instructeurs is bepaald in de met hen gesloten overeenkomsten. Het onderhoud van liet korps kost in dit jaar 440.000 taels, daarbij niet gerekend de bouw van kazernes, paardenstallen, aanleg exercitieterrei nen enz. Kogelbanen onder den grond. Deze zijn zeker nog zeldzamer dan onderaardsche spoorwegen, en in elk geval vrij wat minder bekend. Maar toch, zij bestaan en wel in Nederlandsch-Indië, sedert de arres teering van de order voor de artillerie, N°. 2 van 1895. Yolgens de bij die order ingevoerde schootstafel voor het kanon van 7cm. A. Berg toch is de baan op een afstand van 100 M. geheel bestrij kend voor een doel van 1 M. hoogte, en daar de 50°/0 hoogtespreiding van het volle projectiel slechts 0.1 M. is, verheft geen enkele baan zich hooger dan 1.2 M. boven den grond. Yolgens dezelfde tafel is echter de 50°/o hoogtespreiding van de springpunten der granaatkartetsen geljjk aan 0.7 M.het gemiddeld springpunt ligt dus 1.4 M. lager dan het hoogste springpunt, en daar dit nooit hooger kan liggen dan 1.2 M. ligt het eerste, en bijgevolg ook de gemiddelde baan, de eigenlijke kogel baan, 0.2 M. onder den grond. Wel mag gezegd worden, dat we tegenwoordig op artilleristisch gebied in een tijd van verrassingen leven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 101