wachten of een gedeelte der miliciens op te roepen (zooals in België een paar malen gebeurd is bij groote werkstakingen in de mijnen en onlusten in Brussel) ergens met eene beduidende macht onmiddellijk op te treden en toe te slaan de eerste voorwaarde om de rust spoedig te herstellen zonder genietroepen als infanteristen en rijdende artilleristen als cavaleristen te gebruiken, zooals geschied is. Woelingen als die in Amsterdam bij het „palingoproer", in Twenthe en in Friesland kunnen zich herhalen. Laten we zorgen, ook in den winter, door eene voldoende aanwezige troepenmacht het gezag overal te kunnen handhaven. Komt het leger in Indië onder den Minister van Oorlog, dan zal het aantal vrijwilligers in Nederland toenemen, want het leger in Neder land zal het Europeesch element van het leger in Indië moeten aanvullen en op compleet houden, maar tevens zal in Nederland gerekend moeten worden op een overcompleet of reserve van vrijwilligers voor Indië, om derwaarts gezonden te worden tot tijdelijke versterking der troepenmacht aldaar in buitengewone omstandigheden. Het korps Mariniers kan daartoe slechts gedeeltelijk bijdragen (1). Bij invoering van den persoonlijken dienstplicht in Nederland komen de „remplaganten" en „nummerverwisselaars" buiten hun eigenlijk métier en dus ten goede aan de categorie der beroepssoldaten in Ne derland en in Indië. Hen af te scheiden van de dienstplichtigen en in een paar afzonderlijke korpsen te vereenigen, zou niet aanbevelens waardig zijn. In het belang der militaire vorming van de dienstplich tigen moeten, behalve het kader, bij alle korpsen beroepssoldaten aanwezig zijn. Deze bewaren de militaire traditiën. Voor aanvulling en tijdelijke versterking van het leger in Indië zijn dergelijke korpsen niet noodig. Van af bet oogenblik, dat het leger in Indië onder den Minister van Oorlog komt, zal men inzien, dat het voortbestaan van eene Koloniale Reserve te Nijmegen en Zutphen naast het Koloniaal Werfdepot te Harderwijk en de Commissariaten van afmonstering te Amsterdam en Rotterdam eene onverantwoordelijke weelde is. Het Indische leger vraagt geene georganiseerde korpsen met periodieke aflossing uit Nederland bataljons of compagnieën doch slechts, 02 tl) Monitor, Antwoord aan kapitein ran Braam Houekgeest, Indisch Militair Tijdschrift, 1878.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 119