Ill
voor 2 jaren uit en t'huis, thans, na een minimum verblijf van 10
jaren, voor 1 jaar uit en 'thuis. In dit opzicht valt dus achteruit
gang te constateereu. De verloven van één jaar zijn kostbaar, vooral
voor de gehuwde officieren. Het staatsbestuur heeft dus het gebruik
maken van de buitenlandsche verloven niet aanlokkelijker gemaakt.
Gedurende het verlof houden de meeste officieren uit Indië zich in
Nederland op, doch het gros blijft buiten contact met het leger in
Nederland, trots de aanbeveling, die velen hunner uit Indië mede-
nemen om gedurende hun verlof in militaire commissiën benoemd te
worden of aan troepenbewegingen deel te nemen.
De detacheeringen van Indische officieren bij het leger in Nederland
zijn reeds van ouden datum, hadden onder verschillende vormen
plaats en duren in den regel 5 jaren. Het Koninklijk besluit van
18 Augustus 1871 N°. 10, dar voor het eerst die detacheeringen
regelde, overwoog, „dat het in het algemeen belang des Rijks wenschelijk
is, dat voor het leger hier te lande partij worde getrokken van de
krijgservaring, de militaire ondervinding', die door officieren bij het
Nederland8ch-Indisch leger kan worden verkregen" en dat dit belang
„tevens medebrengt, dat aan officieren van laatstgenoemd leger gelegen
heid worde gegeven, na hunne in Indië opgedane ervaring, bij de
korpsen of militaire inrichtingen hier te lande hunne theoretische
kennis, zoowel als hunne kennis op technisch gebied te vermeerdereu."
"Véél theoretische en technische kennis is door deze vrijwillige
detacheeringen nog niet in het leger in Indië geïmporteerd. Méér
nut zou eene bepaling geprovoceerd hebben, die voorschreef, dat
gedurende hun diensttijd als subaltern officier in Indië eene vijfjarige
detacheering bij het leger in Nederland verplichtend was voor de in
Indië geboren, opgevoede en benoemde officieren, alsmede voor de
Duitschers, die aldaar den officiersrang behaalden. Yan beide soorten
zou eene verplichte vijfjarige detacheering bij het leger in Nederland
Hollanders hebben gemaakt. Thans als voorheen zijn Indo-Neder
landers te noemen, die officier zijn of geweest zijn, maar nooit Nederland
of Europa gezien hebben en zelfs zijn Indische officiers- en ambtenaars-
familiën te noemen, die reeds tot in het derde geslacht geen lust gevoel
den, met Europa of Nederland kennis te maken. Yan de meeste
Duitschers, die bij het leger in Indië tot officier benoemd werden,