115
Het juiste oogenblik, waarop van het salvovuur tot het tirailleur-
vuur dient te worden overgegaan, wordt bepaald door den moreelen
toestand van den troep Immers wanneer de S. Ct. ziet, dat het salvo-
vuur gevaar loopt te ontaarden in een niet gecommandeerd indivi
dueel vuur, dan is het zaak tot het tirailleurvuur over te gaan.
Wordt dus in het gevecht het oogenblik vrij wel juist aangegeven,
bij eene oefening is dit niet mogelijk.
Het reglement geeft aan, dat het tirailleurvuur niet boven de 250 M.
wordt afgegeveD. Zoodra dus de afstand van de vijandelijke stelling
250 M. of daar beneden bedraagt, is de S. Ct. vrij om het tirailleur
vuur te doen afgeven.
De meeningen omtrent de waarde van het salvo- en het tirailleur
vuur loopen nog al uiteen.
Het is echter hier de plaats niet om in beschouwingen te treden,
te meer daar het „Voorschrift voor het gevecht" bepaald aangeeft,
dat het salvovuur zoolang mogelijk moet worden aangewend
In verband hiermede zal de onderwjjzer bij de oefening verplicht
zijn, om het tirailleurvuur eerst op 200 M. te doen beginnen.
Op dezen afstand wordt dan standvizier gebruikt in verband met
159 „Voorschrift voor de schietoefeningen."
H. Het sprongsgewijze voorwaarts gaan.
Het versterken der tirailleurlinie.
De stormaanval.
Toepassing der vuren.
De onderwijzer laat op 300 M. van de vijandelijke stelling
één groep verspreiden en stelt de andere groep op, overeenkomstig
het bepaalde voor soutiens, dus 50 M. achter en 20 X uitwaarts
van den vleugel, zorg dragende zoo mogelijk den anderen vleugel
te doen aanleunen.
Nadat de onderwijzer het salvovuur heeft doen openen, doet hij
na één salvo het vuur staken (op commando) en de tirailleurlinie
met den looppas in eene andere stelling, op 50 M. voorwaaits,
overgaan. Het sprongsgewijze voorwaarts gaan geschiedt als sub I
bij het onderricht aan de groep; zoodra echter ook de andere groep
in de linie is, geschiedt de sprong door beide groepen tegelijk.