120 hem niet op eigen gelegenheid naloopen; het vuur staken en zich bij zijn onmiddellijken aanvoerder voegenis dan het eerste wat gedaan moet worden Is de vijand tot wijken gebracht, dan treden de vervolging en de herstelling van het tactisch verband op den voorgrond. Beide elementen van het gevecht kunnen niet tegelijk worden betracht. Daarom wordt eerst de vijand vervolgd met (snel) vuur, te commandeeren door de G. Cn., daarna het tactisch verband hersteld, om eindelijk, zoo de vijand nog met vrucht te beschieten is, de ver volging met salvovuur te hervatten. Het is o. i. eene omissie in het reglement, door niet aan te geven op welk commando en op welke wijze het tactisch verband hersteld dient te worden. Orde en regelmaat kunnen niet genoeg worden voorgeschreven, al zal de werkelijkheid deze niet altijd toelaten. Yooral voor den recruut zijn dergelijke voorschriften van het hoogste belang. De onderwijzer kan, om de sectie vlug en ordelijk te doen herstellen, b.v. leeren, dat op het commando „Herstelt de sectie", de G. O. zich voor de linie plaatsen met eene tusschenruimte gelijk aan de front breedte der klasse. Op het commando „Marsch" stellen de recruten zich met de meeste stilte en zoo vlug mogelijk op hunne oorspronkelijke plaatsen op twee gelederen, N°. 1 op den rechtervleugel. I. Het bij gedeelten teruggaan der sectie. Bij de sectie zal de onderwijzer het bij gedeelten teruggaan doen beoefenen. Een der groepen wordt aangewezen om het vuur te blijven voort zetten.de andere wordt door haren commandant naar een aan te geven stelling geleiddaar aangekomenopent zij het vuurwaarna eerstgenoemde op de waarschuwing van den S.Ct. in de nieuwe stelling volgt. Bij het onderricht moet den recruten vooral worden ingeprent dat niemand teruggaat dan op last van den G. Ot. en dat niemand hem voorbij loopt. Ook bij een gedwongen terugtocht moet de soldaat opgewekt blijven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 137