133
Beschouwen wij wederom fig. 2, en nemen wij bijv. de verdeeling
A°h^rDe correspondeerende cirkelboog begint bij den straal, dien wij
geconstrueerd hebben, door iedere helft van den cirkelomtrek in 1000
deelen te verdoelen en het 213e doelpunt, rechts van het gemidddeld
trefpunt, met het middelpunt te verbindeu hij eindigt in het verlengde
van den straal, die door het gemiddeld trefpunt gaat. De kans der
halve, dat de bewuste verdeeling boven dien cirkelboog zal stilhouden
is, gelijk 100°o~p13 0.3935 (het aantal gunstige, gedeeld door het
aantal mogeljjke gevallen).
Wanneer het gemiddeld trefpunt 0.2 LS50 achter het doel ligt,
dan is de kans, om een minschot te krijgen, gelijk aan een half,
verminderd met de helft der kans om in een strook te treffen ter
breedte van 0.4 LS50 en symmetrisch gelegen ten opzichte van het
gemiddeld trefpunt. Yolgens de tabel der waarschijnlijkheidsfactoren
is de kans om in eene dergelijke strook te treffen, gelijk aan 0.213
de kans voor een minschot is dus gelijk aan yyX 0.213
^ToöiT 0.3935, of hetzelfde bedrag, dat we gevonden hebben
voor de kans dat het toestel een minschot zou aangeven.
Uit het voorgaande moge blijken, dat het toestel een getrouw
beeld geeft van de werkelijkheid, dat er geene merkbare benaderingen
bij in 't spel zijn, en dat men dus ook gerechtigd is de uitkomsten,
daarmede verkregen, te beschouwen alsof men deze op het schiet-
terrein had gevonden.
Wij zullen thans aangeven, hoe het toestelletje bij de verschillende
vuren moet worden gebruikt.
A. Granaatvuur.
1. Vuren op stilstaande ongedekte doelen.
a. Regels voor lengte-afwijkingen
De opzethoogte voor den geschatten (of bekenden) afstand is in
het algemeen niet de juiste, maar zal met eene zekere fout behept
zijn, die evenals alle andere, aan de wetten der spreiding onderworpen
is. Het bijbehoorend gemiddeld trefpunt zal dus in het algemeen
ook niet in het doel liggen, maar daarvoor of daarachter. Nemen
wij nu met sommige schrijvers aan, dat de maximum fout 40°/o van
den geschatten afstand bedraagt, dan is de waarschijnlijke fout der
schatting 10en de 50°/o spreiding 20°/o. 't Verschil tusschen