OPEN BRIEF AAN DE LEZERS VAN „DEN MILITAIREN
SPECTATOR" EN VAN „HET INDISCH
MILITAIR TIJDSCHRIFT".
Na lezing van het aan mij gerichte antwoord van den hoofd
redacteur van den Militairen Spectator (in N°. 6 van den 65en jaarg.),
naar aanleiding van mijn open brief in N°. 3 van den 27en jaarg.
van het Indisch Militair Tijdschrift, zal het een ieder duidelijk zijn,
waarom van de zijde der redactie van den Militairen Spectator geen
protest werd aangeteekend tegen de wijze van beoordeelen van de
brochure .de Engelsche expeditie tegen Chitral in 1895, beschouwd
in verband met den oorlog van Nederland tegen Atjeh, door Miles".
Wat deze zaak betreft, acht ik elke verdere toelichting dan ook
overbodig; mijn protest in het Indisch Militair Tijdschrift heeft
niets van zijne waarde verloren.
Daarentegen ben ik den lezers wel toelichting verschuldigd, waar
zij zich uit den brief van den hoofdredacteur geen juist oordeel
kunnen vellen, over de mij daarin ten laste gelegde „onverklaarbare
handelingen."
Deze zouden bestaan in
1°. dat ik den hoofdredacteur, terwijl ik bezig was aan zijn adres
een open brief van den toon en den inhoud als de mijne te richten,
ik hem om een onderhoud verzocht
2°. dat ik nochtans dien brief liet afdrukken, nadat uit dat onder
houd was gebleken, dat ik the Chitral Campaign niet eens gelezen
had en ik, bij nader inzien, het goed recht van den recensent
erkende. (1)
(1) Op verzoek van den Heer Njjpels deelen wij mede, dat hg dit sohrijven d«r
Redactie van ,den Militairen Spectator11 ter plaatsing heeft aangeboden, en dat hij het
gesloten1' heeft terugontvangen, onder bekendstelling, dat dit blad geen stukken Tan
hem meer opneemt. Red.