176
Eigenlijk moest het beproeven van schietregels, wat hunne juistheid
betreft, nooit noodig zijn. De ideale toestand toch zou wezen, de
regels zuiver langs wiskundigen weg af te leiden, en deze vervolgens
zoodanig te vereenvoudigen, als door de eischen der praktijk gevor
derd wordt. Kon men dit doen, dan zou het even weinig zin hebben
de regels te controleeren, als iemand het ooitin zijn hoofd zal krijgen
zich proefondervindelijk te overtuigen, dat men met twee dobbel-
steenen meer kans heeft zeven dan twaalf te werpen. Maar zoover
zijn we nog lang niet, en het is zeer de vraag of dit ooit gelukken
zal. Wat het granaatkartetsvuur betreft, kan men a priori wel zeggen,
dat het vraagstuk om mathematisch zuivere regels te ontwerpen,
onmogelijk is. Want gelijk we hebben aangetoond, varieeren de
wetten der spreiding van de springpunten met den afstand, waarop
men vuurt, en zoo men dus voor eene bepaalde wet al zuivere regels
had, zouden deze toch niet meer doorgaan, als de afstand tot het
doel veranderde. Men moet dus regels ontwerpen die zoo goed en
kwaad het kan, in alle omstandigheden te gebruiken zijn; en daar
dit nooit volledig kan worden bereikt, kan men gerust voorspellen,
dat de geleerden het hieromtrent nooit eens zullen worden, en dat
ieder ontwerper van schietregels de noodige hoeveelheid critiek zal
inoogsten. Hoeveel ook over dit onderwerp geschreven wordt, men
zal er nooit over uitgepraat raken.
Het behoeft geene toelichting, dat eene zichtbare voorstelling van
het vuur, gelijk bij het toestel Dolleczek Van Haeften wordt gegeven,
bij het hier beschreven toestel onmogeljjk is. De vraag of dit een
belangrijk nadeel is, zullen wij hier niet trachten uit te maken
hieromtrent kan verschillend worden gedacht. Toch willen we de
opmerking niet weerhouden, dat naar onze meening de heer Pompe
wel wat overdrijft, waar hij eene schildering geeft van den vroegeren
toestand, toen er „bepaald veel van het voorstellingsvermogen der
„leerlingen" gevorderd werd. We hebben honderden malen dergelijke
theoretische schietoefeningen bijgewoond of geleid, maar we moeten
eerlijk bekennen, dat dit bezwaar nog nieuw voor ons wasen het
maakt wel eenigszins den indruk, dat het meer zijn ontstaan dankt
aan de uitvinding van het toestel Dolleczek van Haeftendan
omgekeerd. Gaarne nemen wij op gezag van den Heer Pompe aan,