191
In Januari 1892 werden 39 dier fuseliers, afgericht bij het 2e Depot
bataljon, bij het 2® veldbataljon ingedeeld.
Hun lichamelijke ontwikkeling is over het algemeen zeer goed,
zij zijn evenredig gebouwd en blijken de meest vermoeiende oefeningen
flink te kunnen medemaken.
Hun gezondheidstoesiand en hun weerstandsvermogen zijn over
het algemeen zeer goedde redenen waarom sommigen in het
hospitaal verpleegd werden, waren meestal van eenvoudigen of alge-
meenen aard.
Hun geestvermogens staan over het algemeen op lagen trap,
vooral van hen die van de SaDgireilanden afkomstig zijn. De
Talauers geven zeowel bij de theorieën als bij de practische oefeningen
meer blijken van bevattelijkheid en zullen, bij goede leiding en
vooral ook indien zij zich beter in de Maleische taal hebben leeren
uitdrukken, de Menadoneezen kunnen nabijkomen.
De groote moeielijkheid is echter om hun indrukken verstaanbaar
weer te geven of wel hen onze bedoelingen te doen begrijpen, een
factor, die vaak ten onrechte aan een gewone bevattelijkheid doet
twijfelen.
Beide landaarden zijn tevreden, goedaardig, gewillig en gehoorzaam
zij hebben eerbied voor hun meerderen en volgen de orders (indien
zij die slechts begrijpen) met nauwgezetheid op.
Hun overtredingen tegen de krijgstucht bepalen zich gewoonlijk
slechts tot geringe vergrijpen.
Eens gebeurde het dat een Talauer gestraft moest worden wegens
het mankeeren op het middagappel en in beschonken toestand binnen
te komen. Later werd mij verteld dat de man dit gedaan had uit
sakit hati, daar hij vernomen had, dat er een paar familieleden van
hem gestorven waren.
Dit is het eenige ernstig feit dat is voorgekomen, goedverkoopen
en kleine diefstallen kwamen niet voor.
Over het algemeen zijn beide landaarden ordelievend, doch het
kan niet ontkend worden, dat ook in dit opzicht de Talauers voor
gaan de samenwoning met Amboineezen en Menadoneezen geeft geen
bezwaar, de landaarden verstaan zich onderling goed en het voorbeeld
van de laatsten werkt zeer goed.
Dl. II, 1896. 14