192 In practische geschiktheid komen zij bij de verschillende oefeningen de Menadoneezen zeer nabij. Vooral de schietoefeningen worden met veel lust door hen bijgewoond, en de uitkomsten daarbij ver kregen, zijn vrij voldoende. Hoewel, zooals vermeld is, hun bevattingsvermogen beter gewenscht wordt, zoo kan toch niet ontkend worden, dat de vele goede eigen schappen, die zij bezitten, zooalsveel tucht, gezond gestel, goeden lichaamsbouw, lust en ijver voor den dienst en ordelievendheid, factoren zijn die de vraag omtrent hun geschiktheid toestemmend doen beantwoorden. De mindere bevattelijkheid, die in hoofdzaak hen, afkomstig van de Sangir-eilanden betreft, doet zich bovendien voornamelijk gelden bij hun vorming tot soldaat, dus bij de Depötbataljonseenmaal echter goed afgericht zijnde, doet zich bij het veldbataljon deze factor niet zoo sterk gevoelen, en wordt die door hun andere goede eigenschappen geheel in de schaduw gesteld. 't Is natuurlijk dat hierin slechts een oordeel kon geveld worden over hun militaire waarde in het garnizoen, en, daar hun bruikbaar heid te velde niet aan de werkelijkheid getoetst kan worden, bleef deze vraag buiten beschouwing. Zij zijn echter met het 2e bataljon naar Lombok gegaan, doch in hoeverre zij daar voldaan hebben, is mij onbekend. (1) Dit korps heeft een roemrijk aandeel genomen in de krijgsverrichtingen aldaar, zoodat het wel aannemelijk is, dat de goede verwachtingen, die op grond van de boven geschetste eigenschappen van hen gekoesterd mochten worden, niet door hen zullen zijn beschaamd. 4e. Bij een enkel Amboineesch bataljon (naar ik meen bij het le), vindt men nog een overblijfsel van het eertijds, vooral te velde zoo hoog gewaardeerde Afrilcaansche element. Uitmuntende door lichaamsbouw en kracht, woest van uiterlijk, onversaagd en stout, zijn de Afrikanen in vroeger jaren vaak de schrik onzer Inlandsche vijanden geweest, en terecht worden zij dan (lj Wellicht kunnen officieren, die toen bij het 2e bataljon dienden, hieromtrent inlichting geven. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 213