200 beklaagde schuldig te verklaren aan de hem bij de klacht ten laste gelegde feiteD, zoodat hij te dier zake behoort te worden vrijgesproken Gelet op artikel 181 van het Reglement op de Rechtspleging bij de Landmacht; Rechtdoende Spreekt den in hoofde dezes genoemden beklaagde H. H., algemeen stamboek No. 25658, vrij van het hem ten laste gelegde feit. Gelast dat hij onmiddellijk uit zijn arrest zal worden ontslagen, ten ware hij om andere redenen daarin behoort te blijven. Yerwijst den Lande in de kosten en misen der justitie alsmede in die van den processe. Het Hoog-Militair- Gerechtshof. (Zitting van 17 Mei 1895. Arrest). Gezien het vonnis van den krijgsraad te Soerabaja van den 19den April 1895, waarbij H. H. alg. st. No. 25658, oud 28 jaren, geboren te Groningen, Europeesch fuselier bij de 4de compagnie van het 7de Bataljon Infanterie te Lombok, beklaagde sedert den 19den Augustus 1894 te Mataram in preventieve hechtenis gesteld, den 17den Maart 1895 opgenomen in het provoosthuis te Soerabaja, is vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit, met last, dat hij onmiddellijk uit zijn arrest zal worden ontslagen, ten ware hij om andere redenen daarin behoort te blijven, met verwijzing van den Lande in de kosten en misen der justitie, alsmede in die van den processe; Nog gezien de stukken van den processe; Gehoord den Advocaat-Fiskaal voor de Land-en Zeemacht in Nederlandsch-Indië in zijne schriftelijke consideratiën en advies; O. dat de Krijgsraad bij zijn vonnis ten onrechte heeft overwogeD, dat de enkele verklaring van den getuige H. geen voldoende bewijs oplevert van het den beklaagde bij introductieve klacht ten laste gelegde; O. toch dat genoemde getuige, aan wien beklaagde in dienstzaken gesubordineerd was, onder eede ten processe heeft verklaard, dat de beklaagde zich heeft schuldig gemaakt aan het hem ten laste gelegde dat niet is gebleken, dat de persoon van genoemden getuige reprocha- bel was of zijne getuigenis door andere omstandigheden is verzwakt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 221