dienst der infanterie, respectievelijk vastgesteld bij besluit van den
Souvereinen Yorst van 11 Januari 1815, N°. 32 en bij Koninklijk
besluit van 26 Augustus 1817, N°. 72, zijn voor Oost-Indië van toe
passing verklaard en werden eerst na 1830 door gelijknamige Indische
reglementen vervangen. (1)
Vóór 1830 is er geene sprake van een Indisch of Oost-Indisch
leger. Bij Koninklijk besluit van 27 Februari 1819 werd bepaald,
dat „het regiment infanterie der staande armée N°. 5, dienstdoende in
Oost-Indië," zou worden 18e afdeeling infanterie. Het „Depotbataillon
voor de troepen in de Koloniën N°. 33" werd in 1822 gereorgani
seerd en „Algemeen depot der landmacht No. 33." In datzelfde
jaar werden de in Oost-Indië dienende bataljons infanterie N°. 19
t/m 26 gereorganiseerd en 196 en 20e afdeeling infanterie, zoodat
men in Nederland en België 17 en in Oost-Indië 3 afdeelingen
(regimenten) van dit wapen vond. Van overleg met het Ministerie
van Koloniën was ook bij deze reorganisatiën geene sprake.
Evenmin was hiervan sprake bij de vaststelling van het Koninklijk
besluit van 19 Februari 1825, N°. 97, waarbij verschillende gunstige be
palingen werden in het leven geroepen tot belooning van langdurigen en
trouwen militairen dienst, die, zonder meer, ter opvolging ook in Oost-
Indië, derwaarts werden gezonden, terwijl zij daarentegen bij afzonder
lijk besluit ook van toepassing op het korps mariniers werden verklaard,
dat toen weder aan het Ministerie van Marine ressorteerde. Zoo werd het
Koninklijk besluit van 26 Juni 1825, N°. 121, betreffende eene wij
ziging van het reglement op het verhoogd pensioenfonds voor de in
Oost-Indië dienende officieren, eerst vastgesteld nadat de Commissaris-
Generaal (Minister) van Oorlog daarop herhaaldelijk was gehoord.
Tot 1830 vond men de stamboeken van de in de Koloniën dienende
(1) De militaire comptabiliteit werd geheel gescheiden van die in Nederland. Zie het
„Provisioneel Reglement op de militaire betalingen." (Indisch Staatsblad 1816, No. 22).
De reglementen op den inwendigen dienst van de infanterie en de eavalerie voor
het leger in Nederland waren in 1885 nog van kracht voor het leger in Indië. Bjj
besluit van den 8en Mei 1838, N°. 11 werd het Nederlandsohe reglement op den inwen
digen dienst door den gouverneur-generaal gewijzigd voor de infanterie van het
leger in Indië. Dit reglement heeft tot 1873 bestaan. Een Indisch reglement op den
garnizoensdienst kwam tot stand bij besluit van den gouverneur-generaal van 20
Maart 1838, No. 6.