militairen ook bij het Ministerie van Oorlog. Van af het tijdstip dat dit niet meer het geval was, dagteekent de wording van een Oost-Indisch legerressorteerende aan het Ministerie van Koloniën. De eerste organisatie van dit leger is in dat jaar geschied, na het einde van den oorlog op Java, bij besluit van 4 December 1830, N°. 1 van den Commissaris-Generaal van Kederlandsch-Indië. (1) Ofschoon er reeds voor 1830 „Algemeene Orders" waren, dagteekent van dit jaar de officieele uitgave der „Algemeene Orders voor het Nederlandsch-Oost-Indische leger" alsmede van de „Dagorders voor het Nederlandsch-Oost-Indische leger" ter Landsdrukkerij te Batavia. Het reglement van administratie dateert van October 1831. (2) Ik zal de motieven niet trachten op te sporen, die er toe geleid hebben, het leger in de Koloniën geheel los te maken van het Minis terie van Oorlog om het te brengen onder het Ministerie van Koloniën. De generaal "Weitzel, die tweemalen Minister van Oorlog en ook Minister van Koloniën ad interim is geweest, schreef in 1880 eene lezenswaardige brochure: „De beteekenis en de geschiedenis onzer grondwettige voorschriften aangaande de landsverdediging zoowel met betrekking tot Nederland als tot zijne Overzeesche bezittingen", waarin hij ook dit onderwerp hoewel niet vrij van spitsvondigheid be handelt, doch in plaats van bovenbedoelde motieven slechts gissingen kan mededeelen. Ik kan die gissingen niet deelen. Twee krachtige persoonlijkheden stonden in 1830 aan het roerde luitenant-geDeraal van den Bosch als Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië en de luitenant-generaal de Eerens als Directeur-Generaal (Minister) van Oorlog en boven beiden een bekwame Koning, die zijn eigen wil had eD wist door te drijven zelfs tegenover heerschzuchtige karakters als van een G. K. van Hogendorp. Dat van den Bosch ook ais Minister van Koloniën voor dien Koning moest buigen, leert ons de geschie- (1) Volgens Weitzel van 24 December 1830. De organisatie werd goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 16 Maart 1832, N°. 93 en 94. Zie J. van den Bosch, .Verslag mijner verrigtingen in Indië gedurende de jaren 1830, 1831, 1832, en 1833." (2) De voorlooper van dit reglement was niet bet administratiereglement voor het leger in Nederland. Reeds na aankomst in Indië kreeg de eerste Nederlandsche troe penmacht andere bepalingen op de comptabiliteit dan het leger in Nederland, geheel b°ten bemoeienis van den Minister van Oorlog. Het eerste tarief van de traklementen der Indische offioieren werd vastgesteld door Commissarissen-Generaal bij beslnit van 31 Mei 1817, N°. 11, zonder dat de Minister van Oorlog daarin gehoord was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 24