234 wordt, mitshet Indische leger in het bezit kome van een aan de eischen des tjjds beantwoordend Infanterie geweer van 4 KG. gewicht met meer naar achteren liggend zwaartepunt. Om hunne geoefendheid zoo hoog mogelijk op te voeren is het echter noodig dat zij dengene die hen aanvoert, met hart en ziel zijn toe gedaan, bij weinig landaarden heeft de individueele genegenheid zooveel uitwerking als bij hen, waaruit volgt dat hun tucht minder voortspruit uit onderworpenheid aan den meerdere, doch meer uit een soort vertrouwen in hem, dien zij hebben leeren kennen deze neiging komt dus geheel overeen met de stelling van Darwin die zegt: het kernpunt der discipline is gelegen in wederzijdsch vertrouwen (v. d. Goltz. „Das Yolk in Waffen). Ordelievend van nature is de Madurees volstrekt niet, maar hij kan aan orde gewend worden. Hij heeft een vaste en rechtvaardige hand noodig, en boven alles moet bij hem het bewustzijn worden aangekweekt, dat men in zijn lot belangstelt; men moet niet te trotsch of hooghartig zijn om zich zelfs met zijn geringste aangelegenheden te bemoeien, in zijn meer deren moet hij degenen zieD, die met hem lief en leed deelen. Bemerkingen van weinig gewicht verdraagt hij moeieljjk, en hoewel deze in het militaire leven dikwijls niet te vermijden zijn, zoo moeten ze toch tot het hoog, hoognoodige beperkt worden. Even als de meeste Indische volken, kent hij van den godsdienst, dien hij belijdt (de Mohamedaansche) niet veel meer dan eenige uiterlijke vormenop ceremoniën is hij echter zeer gesteld. Hoewel hij het met de waarheid Diet altijd erg nauw neemt, zoo kan toch gezegd worden, dat hij minder leugenachtig is dan de Soendanees of Javaan. Ouderen van dagen hebben bij hem niet veel invloed, althans, niet in die mate, als men dit bij Amboineezeo, Menadoneezen, Javanen en Soendaneezen waarneemt. Ik heb wel eens hooren beweren, dat de Inlandsche soldaat eerst goed wordt in zijn tweede verband, en werkelijk, daarin is veel waars gelegen, bij eenig nadenken is dit echter natuurlijk; men metamorphoseert niet in eens een man, die aan zijn bergen of de zee gewoon, in zijn heimat een geheel andere levenswijze volgt dan van hem in dienst gevergd wordt; voeding, kleeding, ligging, arbeid, alles is hem vreemd en hemelsbreed ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 255