248 a. 200de Inf. regiment sterk 3 bataljons. b. het Algiersche regiment sterk 3 bataljons. c. het 408te Jager bataljon. IP. Brigade (brigade de mer) onder commando van den generaal Voyron, bestaande uit: a. het 13® marine-infanterie regiment sterk 3 bataljons. b. het koloniaalregiment sterk 3 bataljons. B. Cavalerie het 10® Escadron van de Chasseurs d' Afrique. C. Artillerie: 5 bergbatterijen. 2 veldbatterijen. Artilleriepark. D. Genie: 2e regiment genietroepen, sterk 4 compagnieën. Geniepark. E. Trein: 7 treincompagnieën. F. Intendance. G. Yeldbakkerij. H. Geneeskundige dienst: 4 veldhospitalen. 3 detachementen personeel. 1 sectie ziekenoppassers. K. Gendarmerie: 1 detachement. 1 paardendepöt. In het kort samengevat bestond het geheele expeditionnaire korps dus uit 13 bataljons, 1 eskadron, 7 batterijen, 4 compagnieën genie troepen en 7 trein-compagnieën, waarvan 6 bataljons en 3 batterijen van de marine, het overige gedeelte van de landmacht. Op voorstel van den minister van marine was de oorspronkelijke oorlogssterkte van het bat. op 900 man gesteld; men heeft zich evenwel niet aan deze sterkte gehouden, zoo werd b,v. het 200"° Inf. regiment met compagnieën van slechts 200 man ingescheept. De gezamenlijke sterkte van het expeditiekorps, daarbij alles het geen er later bijkwam medegerekend, doch zonder de bij den trein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 273