261
doorstralen. Ook in het gewone leven kan men het dagelijks om
zich heen waarnemen, hoe een ieder met meer toewijding, en daar
door beter, gegeven bevelen opvolgt, wanneer hem het doelmatige,
het noodzakelijke er van duidelijk is. Nu is het wel waar, dat de
soldaat blindelings gehoorzamen moet, zonder het ontvangen bevel
te kritiseeren, met andere woorden zijn opinie omtrent de zaak mag
geen invloed uitoefenen op zijn gehoorzaamheid, doch zulks te eischen
is zich een ideaal toestand denken. Dit ideaal zal des te eerder en
des te gemakkelijker bereikt worden, wanneer wij door de practijk
bij hem de overtuiging weten te vestigen, dat alles wat bevolen
wordt goed, goed overdacht en uitvoerbaar is. Is men er in geslaagd
op deze wijze zijn vertrouwen te winnen, dan zal men zien, dat hij
ook zonder de minste aarzeling gehoorzaamt, zelfs als is hem een
enkele maal het doel van hetgeen hij verrichten gaat niet duidelijk.
Yelen zullen uitroepen, maar het spreekt toch van zelf, dat men
slechts datgene ziet bevelen wat verstandig en uitvoerbaar is. Ja,
het moest zeer zeker zoo zijn, maar helaas, zie om U heen en ge
zult spoedig bemerken, dat de werkelijkheid dikwijls en geheel zon
der noodzaak anders is.
"Wilt ge voorbeelden, wel ze zijn talrijk, ze spruiten voort zoo
uit bekrompen inzichten, als uit door slechte karaktereigenschappen
iugegeven plaagzucht, uit nonchalance en onnadenkendheid, uit
fouten in onze reglementen, uit een gebrekkige uitrusting enz. enz.
Men sla het boek onzer krijgsgeschiedenis eens nauwlettend na en
zie eens hoe herhaalde malen door gebrek aan tactische kennis, door
bekrompen inzichten, overdreven angstvalligheid, vrees voor het dragen
van verantwoordelijkheid enz., offers van den troep gevorderd zijn en
eischen aan den troep gesteld zijn, welke onnoodig waren, en daarom
niet gevraagd mochten worden.
Op marschen over open sawahs recht op vijandelijke versterkingen aan,
waarbij vele verliezen werden geleden en het moeite kostte om de
aarzeling van den troep te overwinnen, waren dikwijls te vervangen
geweest door een geheel gedekte opmarsch in begroeid terrein.
Zware wachtdienst in bivaks, waarbij steeds een vierde en 's nachts
meermalen de helft van den troep onder de wapen3 bleef en welke,
op deze wijze uitgeoefend, noodzakelijk tot uitputting moest leiden,