265 oogenblikken van den aanval van dit wapen op infanterie en artillerie veroorzaken. Dragomirow wil deze aanvallen na iedere gevechtsoefening en ook op het exercitieterrein toegepast zien. Bij den aanval van infanterie op infanterie worden de afdeelingen op 400 pas afstand tegenover elkander opgesteld in linie of in colonne, waarna een der beide partijen den aanval op de volgende wijze uitvoert. Vlug voorwaarts rukken tot op 200 a 250 pas om salvovuur af te geven. Verder voorwaarts gaan, van af 100 pas met slaande trom, van af 50 pas met geveld geweer. Op 20 a 30 pas genaderd wordt „hoerah" geroepen en werpt men zich in den snelsten gang, onder het omhoog houden van de geweren, door de tegenovergestelde afdeeling heen. Deze, die salvo's afgegeven heeft tot de aanvaller tot op 50 pas genaderd is, snelt hem eveneens onder hoerahgeroep tegemoet. Na den samenstoot zet de aanvaller de beweging nog 400 pas voort en neemt stelling om een aanval van de tegenpartij af te wachten. De „doorgezette aanval" van cavalerie op infanterie 1 merkwaar dig genoeg kent Dragomirow ook het omgekeerde heeft op den zelfden afstand plaats. Bij den eersten nemen de rotten der infan terie daartoe in den beginne 5 pas afstand en de cavalerie voert de beweging in draf uit. Later wordt de afstand der rotten vermindert tot 3 pas en heeft de aanval ten slotte in den renloop plaats. De infanterie geeft daarbij op 200 pas een salvo af. De omgekeerde oefening levert niets nieuws op, dan dat de aan vallende infanterie niet van te voren vuurt, wanneer men de cava lerie niet gelijktijdig en dan in stap wil laten optreden. In „The Journal of the United Service Institution of India" wordt medegedeeld hoe Forbes Mitchell in zijn „Reminiscences of the great muting" verhaalt, dat het 9de Regiment lanciers op een door de muiters gevormd carré chargeerde. De charge werd goed uit gevoerd tot op ongeveer 30 meter van het carré, op welken afstand de paarden plotseling links en rechts langs het carré uitweken.... De eskadrons werden weder verzameld en men zag sergeant-major (1) (1) Sergeant-major is de oudste onderofficier van het regiment, due ongeveer onze adjudant-onderofficier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 290