291 Bij het artikel „Rekenen", dat de adspirant moest gaan tot en met het verkleinen der gewone breuken, de tientallige breuken, de toepas sing en verklaring der evenredigheden en reeksen, zoomede het tientallig stelsel van maten en gewichten, van de Algebra de leer der exponenten en logarithmeD, de heffing tot machten, het trekken van den vierkants wortel en de bepaalde vergelijkingen van den eersten graad en van de Meetkunde, de grondbeginselen derzelve, tot en met de gelijkvormigheid der figuren. Het was daarbij verbodeD, den examinandus door strikvragen van het spoor te leiden of op hem te imposeren, dat hij in de ontwikkeling van zijn antwoorden zoo luidt het voorschrift belemmerd wordt. Bij de artillerie gingen de eischen veel verder, voor wat de wiskundige vakken betrof; de vierkantsvergelijkingen onder anderen, zoo ook de vergelijkingen en hoofdeigenschappen der kegelsneden, en eeu en ander van de beschrijvende meetkunst en de mechanica mochten den adspirant niet onbekend zijn, terwijl eindelijk vreemd genoeg! alleen voor de genie en sappeurs, de examinandus proeven had af te leggen, in hoe ver hij de Fransche en Hoogduitsche taal wat lezen en verstaan kon. In algemeenen zin zou kunnen worden gezegd, dat de toenmalige zware! eischen op wiskundig gebied, om officier van de artillerie of van de genie te kunnen worden, eenigszins nabij kwamen aan die, welke men thans evenwel oneindig grondiger en uitgebreider) van een 15 a 16 jarigen jongen in de 3e klasse der Hoogere Burgerschool eischt, en dat men met die wiskundige kennis van vóór eene halve eeuw, op geen stukken na zou kunnen voldoen aan hetgeen men thans kennen moet, om op de cadettenschool te Alkmaar te komen. Waren alzoo de eischen, die men in intellektueelen zin aan den Indischen officier stelde, niet bijster hoog, de officierstractementen hielden, naar het scheen, daarmede nauw verband. In 1834 kwam voor de hoofdofficieren en kapiteins en in 1844 voor de luitenants daarin eene beduidende verandering ten goede. Terwijl de Commissaris* Generaal over Nederlandsch-Indië, met 's Konings autorisatie overwegende de goede dienstendoor het Indisch leger gedurende een aantal jaren den lande betvezen in eerstgemeld jaar de tractementen der hoofdofficieren met 1200. die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1896 | | pagina 316