292
der kapiteins van de plaatselijke staven en der infanterie met 480.
en die der overige kapiteins met 600.'s jaars verhoogde, werden
met ingang van den len Januari 1844, de traktementen, verknocht aan
de rangen van eersten en tweeden luitenant verhoogd
a. met 150'bij de generale staven en de daarmede in
betaling geljjkstaande wapens en diensten, zoodat die traktementen
respectievelijk 2010.en 1710.'s jaars worden en
b. met 120.bij de plaatselijke staven en bij het wapen der
infanterie, zoodat die traktementen respectievelijk/1860.en ƒ1620.
's jaars worden.
Uit deze order blijkt derhalve, dat vóór dien tijd de 2e luitenant der
infanterie 125.de l0 luitenant van dat wapen ƒ145.maandelijks
traktement genoot.
De engagementspremiën der in dienst tredende rekruten
waren toen-
maals aldus geregeld:
Bij een engagement voor 6 jaren ontving:
de Europees of afstammeling van dien
f
60.—
de Amboinees, om onbepaaldelijk te dienen waar het
gouvernement dit zou goedvinden
1
de Amboinees, om in de de Molukkos te dienen
1
50.—
1
Na expiratie van hun eerste verband, mochten Amboineezen en
Inlanders een engagement voor levenslang'''' aangaan en ontvingen zij
dan als distinctief, op den linkerbovenarm een haaksstaande, roode
chevron.
Gagement of onderstand werd nooit verleend, als de soldaat dienst-
interruptie had; die dus met paspoort ging, voor hoe korten tijd
ook, verloor alle aanspraken op pensioen.
Alverder bestond de bepaling, om in geen geval militairen, die
eenmaal de gelederen van het Indisch leger verlaten hadden, ander
maal tot een engagement toe te laten, zoodat de administratieve
macht er vrij wel op uit was, om iederen Europees, die eenmaal in
de gelederen van het Indisch leger aangeland was, er tot aan zijnen
dood toe in te houden
y>
O
V
O
<M
T)
O
<M